Op zoek naar de Rode Loper

Een schaaksoap in 666 afleveringen, door Alek D.

Aflevering 12: Schaken in het donker (21 februari 2009)

Jimmy draaide nu al een paar maanden mee op de club. Zijn vermeende vriend had hij niet meer teruggezien. Of deze Hans heette of in werkelijkheid anders, was niet te achterhalen. Hij zou Joost of Jeroen kunnen heten, want er liepen nogal wat schakers met deze namen rond. In het begin informeerde hij zo nu en dan bij andere leden, maar deze reageerden afhoudend. Gek was wel, dat sinds hij lid was van de Dolle Toren, hij ’s nachts regelmatig werd gebeld: niet iedere nacht, maar wel de zaterdagnachten na een verliespartij. Aangezien Jimmy vaak verloor, betekende het dat hij vaak de zaterdagnacht  erop met steeds meer onrust in zijn bed lag te wachten. Nooit werd er gebeld op dezelfde tijd en het kwam altijd onverwachts. Hij nam dan op en hoorde een tijdje niks; vervolgens klonken er grommende geluiden alsof men een gekneveld slachtoffer langzaam aan het martelen was. Ja, aan fantasie ontbrak het Jimmy niet.

Er gebeurde enkele weken terug iets bijzonders op de club, wat voor Jimmy nieuwe stof tot nadenken gaf. Rond 10 op de schaakavond,  de meeste partijen waren in volle gang, had Jimmy een mooie aanvalsstelling opgebouwd. Hij wilde een op het oog winnende zet doen, raakte de dame aan, maar zag toen pas dat dit een enorme blunder was. Opeens viel het licht volledig uit en de borden waren in duisternis gehuld: hier en daar werd gelachen, stukken viel op de grond, er werd geroepen, een enkeling bad tot God en een veteraan mompelde: “zie je wel, de Derde Wereldoorlog begint dan toch, dacht ik het niet.” Een schaker naast hem veerde meteen op, niet dat Jimmy dat kon zien, maar hij merkte het aan het schuiven op zijn stoel en zijn luidruchtige glimlach. Deze tweede-kans-schaker was sinds een jaar lid en keek Jimmy altijd spionerend aan. Nu riep hij uit: ‘eindelijk, echt schaken in het donker!’

Na enige actie van leden die verstand van elektra hadden, gerommel in de stoppenkast, gevloek omdat de gevonden zaklampen geen licht gaven, ging plotsklaps, zonder dat iemand ergens aan gedraaid of geknutseld had, het licht weer aan. ‘Het is dus toch een stroomuitval geweest?’, sprak de meest wijze schaker. Buiten het Nivonhuis bleek echter niemand iets gemerkt te hebben van deze uitval. In het badende licht bekeek Jimmy zijn stelling. De dame had hij losgelaten. In plaats daarvan gaf zijn paard een winnend vorkje en was deze zet reeds genoteerd. Had Jimmy deze fraude onbewust in het donker gepleegd? Zelf was hij er het meest verbaasd over. Zijn tegenstander scheen niets in de gaten te hebben gehad en gaf nog trillende van de schrik op.

Niets leek Jimmy meer onmogelijk na deze overwinning. Morgen zou hij niet gebeld worden, dacht hij en hij zou vast en zeker opgesteld worden om binnenkort tegen het gevreesde Moerkapelle aan te treden. Hij kende dit dorp goed, was er opgegroeid, maar gelukkig op tijd uit weggetrokken. Eigenlijk was het geen dorp, meer het decor voor een slechte horrorfilm. Achter de zwijgende huizenrij, geen mens op straat, alleen een auto die hard voorbijraast, veronderstel je als vanzelf de krankzinnig priester, bezig met alweer een duiveluitdrijving. Het jonge stel met pech onderweg, het regent inmiddels, zoekt onderdak. Bij een vervallen huis bellen zij aan, een akelig lachend oudje doet open, een debiele zoon van 38 woont nog thuis, enzovoorts, enzovoorts. U kent het genre hoogstwaarschijnlijk. Het terugdenken aan zijn jeugd in Moerkappele had Jimmy’s fantasie alweer geprikkeld. Maar zijn inschatting dat hij mee zou mogen spelen, klopte in het geheel niet.

Wordt vervolgd

 

 

 

 

Aflevering 1 t/m 10
Aflevering 11 t/m 12