Op zoek naar de Rode Loper

Een schaaksoap in 666 afleveringen, door Alek D.

Aflevering 11: Ondertussen in het clubgebouw (5 oktober 2008)

Terwijl Bommel aan een kruisverhoor werd onderworpen door de twee gezagstrouwe broers, begon op één van de onheilsplekken in deze onsmakelijke zaak gewoon het nieuwe schaakseizoen. Uit alle hoeken en zelfs buitenlandse gaten kwamen de schakers van de Dolle Toren weer bijeen om zich een seizoen lang met elkaar te meten. Het grote aantal nieuwe mensen dat zich voor minstens een jaar wilde aansluiten bij het genootschap was opmerkelijk. Iemand die met een politieblik naar deze aanwas kijkt zal hier zeker iets verdacht in zien. Trekken duistere toestanden juist meer mensen aan? Dan zit de wereld wel heel rot in elkaar.  De schakers zelf hadden nergens last van en waren blij weer onderlinge strijd te kunnen leveren. Maar niet allemaal.. Eén van deze nieuwelingen was niet gewend zich in de schakerswereld te bewegen.
Jimmy schaakte al lang op internet, vooral op de schaaksite Helena trachtte hij onder schuilnaam zijn schaaksterkte te vergroten.  Via een vage kennis, ook op internet ontmoet, was hij opmerkzaam gemaakt op het verschijnsel schaakclubs. Zo ver stond deze jongeman af van het werkelijk niet-virtuele leven, dat het nog niet bij hem was opgekomen dat je ook lid kon worden van een echte schaakclub, met leden en een clubgebouw. De vage kennis had hem speciaal een club in het Nivonhuis aangeraden, maar had er ook geheimzinnig over gedaan; hij had gesproken over een hechte clubband, met lugubere rituelen en tekens die niemand anders begreep. De kennis had niet verder gesproken, want daar moest je eerst lid voor worden.

Deze geheimzinnige kant sprak Jimmy erg aan. Tot voor kort studeerde hij natuurkunde. Na een conflict met  een hoogleraar die niet wilde meegaan in zijn ideeën over het grote aantal dimensies die Jimmy de werkelijkheid toekende, had hij er de brui aan gegeven. Zijn examens gingen al minder soepel dan in het eerste jaar, toen hij de ene na de andere 10 haalde. Kortom, de studie ging een kant op waar niet de interesse lag van Jimmy. Het occulte sprak hem meer aan. Zijn jongenskamer hing vol met foto’s van sciencefiction-films aangevuld met posters van de in het zwart geklede dame van de band Within Temptation. Als Jimmy teveel blowde raakte hij er steeds meer overtuigd dat deze vrouw een sleutel vormde tot de lang verwachte oplossing van het wereldraadsel. Op nuchtere momenten schaamde hij zich een beetje voor deze en vergelijkbare gedachten.

Bij binnenkomst in het Nivonhuis op een zogenaamde open avond trof Jimmy iets anders aan dan hij had verwacht. Ten eerste was de sfeer behaaglijk rustig. Verder trof het hem dat er vooral oudjes rondliepen, terwijl zijn internetvriend had gesproken van een jeugdig elan. Een behulpzaam clublid legde het hem uit. Deze avond was bedoeld voor nieuwe leden en het feit dat het wat rustig was kwam omdat een deel van leden nog in Italië een toernooi speelde; een ander deel was afwezig wegens een groot feest elders in de stad. Details kreeg Jimmy niet te horen. Hij besloot, na het meepakken van iets wat op een clubblad leek, het pand te verlaten om later terug te komen.

Aldus geschiedde twee weken later. Nu zat de tent bomvol, de geur van natte jassen en slecht gewassen mannenlijven wond Jimmy onbewust een weinig op. Helaas trof hij de internetkennis niet aan. Dat was ook lastig omdat hij hem nooit had ontmoet. En op de ledenlijst had hij de naam Hans  niet aangetroffen: ‘hij gaf mij juist de indruk dat Hans zijn werkelijke naam was’, dacht Jimmy terwijl er teleurstelling op zijn gezicht af te lezen was.

 

Aflevering 12: Schaken in het donker (21 februari 2009)

Jimmy draaide nu al een paar maanden mee op de club. Zijn vermeende vriend had hij niet meer teruggezien. Of deze Hans heette of in werkelijkheid anders, was niet te achterhalen. Hij zou Joost of Jeroen kunnen heten, want er liepen nogal wat schakers met deze namen rond. In het begin informeerde hij zo nu en dan bij andere leden, maar deze reageerden afhoudend. Gek was wel, dat sinds hij lid was van de Dolle Toren, hij ’s nachts regelmatig werd gebeld: niet iedere nacht, maar wel de zaterdagnachten na een verliespartij. Aangezien Jimmy vaak verloor, betekende het dat hij vaak de zaterdagnacht  erop met steeds meer onrust in zijn bed lag te wachten. Nooit werd er gebeld op dezelfde tijd en het kwam altijd onverwachts. Hij nam dan op en hoorde een tijdje niks; vervolgens klonken er grommende geluiden alsof men een gekneveld slachtoffer langzaam aan het martelen was. Ja, aan fantasie ontbrak het Jimmy niet.

Er gebeurde enkele weken terug iets bijzonders op de club, wat voor Jimmy nieuwe stof tot nadenken gaf. Rond 10 op de schaakavond,  de meeste partijen waren in volle gang, had Jimmy een mooie aanvalsstelling opgebouwd. Hij wilde een op het oog winnende zet doen, raakte de dame aan, maar zag toen pas dat dit een enorme blunder was. Opeens viel het licht volledig uit en de borden waren in duisternis gehuld: hier en daar werd gelachen, stukken viel op de grond, er werd geroepen, een enkeling bad tot God en een veteraan mompelde: “zie je wel, de Derde Wereldoorlog begint dan toch, dacht ik het niet.” Een schaker naast hem veerde meteen op, niet dat Jimmy dat kon zien, maar hij merkte het aan het schuiven op zijn stoel en zijn luidruchtige glimlach. Deze tweede-kans-schaker was sinds een jaar lid en keek Jimmy altijd spionerend aan. Nu riep hij uit: ‘eindelijk, echt schaken in het donker!’

Na enige actie van leden die verstand van elektra hadden, gerommel in de stoppenkast, gevloek omdat de gevonden zaklampen geen licht gaven, ging plotsklaps, zonder dat iemand ergens aan gedraaid of geknutseld had, het licht weer aan. ‘Het is dus toch een stroomuitval geweest?’, sprak de meest wijze schaker. Buiten het Nivonhuis bleek echter niemand iets gemerkt te hebben van deze uitval. In het badende licht bekeek Jimmy zijn stelling. De dame had hij losgelaten. In plaats daarvan gaf zijn paard een winnend vorkje en was deze zet reeds genoteerd. Had Jimmy deze fraude onbewust in het donker gepleegd? Zelf was hij er het meest verbaasd over. Zijn tegenstander scheen niets in de gaten te hebben gehad en gaf nog trillende van de schrik op.

Niets leek Jimmy meer onmogelijk na deze overwinning. Morgen zou hij niet gebeld worden, dacht hij en hij zou vast en zeker opgesteld worden om binnenkort tegen het gevreesde Moerkapelle aan te treden. Hij kende dit dorp goed, was er opgegroeid, maar gelukkig op tijd uit weggetrokken. Eigenlijk was het geen dorp, meer het decor voor een slechte horrorfilm. Achter de zwijgende huizenrij, geen mens op straat, alleen een auto die hard voorbijraast, veronderstel je als vanzelf de krankzinnig priester, bezig met alweer een duiveluitdrijving. Het jonge stel met pech onderweg, het regent inmiddels, zoekt onderdak. Bij een vervallen huis bellen zij aan, een akelig lachend oudje doet open, een debiele zoon van 38 woont nog thuis, enzovoorts, enzovoorts. U kent het genre hoogstwaarschijnlijk. Het terugdenken aan zijn jeugd in Moerkappele had Jimmy’s fantasie alweer geprikkeld. Maar zijn inschatting dat hij mee zou mogen spelen, klopte in het geheel niet.