Artur en de Kandidaat-zetten (10 maart)
Afgelopen donderdag ontving RSR schaaklegende Artur Yusupov helemaal boven in haar Ivoren Toren om daar op hoog nivo(n) wat van zijn wetenschappelijke schaakkennis te kunnen delen. Het was alweer de tweede keer dat we getraind werden door de Russische grootmeester die in Duitsland woonachtig is. Zijn verblijf in Nederland combineert hij meestal met een potje schaak in dienst van meesterklasser Accres Apeldoorn. Yusupov is een harde werker die zeer kritisch is op zijn eigen spel. En openhartig. Want een wereldtopper die instructieve verliespartijen van zichzelf gaat behandelen en bij herhaling opsomt wat hij allemaal NIET had gezien tijdens de partij, dat zie je toch niet vaak. Het thema van de training was 'Kandidaat-zetten'. Soms wordt de juiste zet ogenblikkelijk gevonden, maar meestal ben je gedwongen om ook naar andere ideeën te gaan kijken; nieuwe kandidaat-zetten. Maar in vergelijking met computerschaakprogramma's is onze rekencapaciteit natuurlijk zeer beperkt. We moeten dus keuzes maken. Artur wees ons erop, dat een computer weliswaar veel sneller rekent, maar tevens een hoop tijd verspilt met onzinnige varianten. Een ander ding wat wij op de Fritz-en en de Rybka's voor hebben, is onze flexibiliteit. Praktisch zeer handig is bijvoorbeeld, om goed te kijken naar remise-wendingen in het woud van mogelijke varianten. Mocht de aanval niet doorslaan, dan kun je in dat geval altijd nog terugvallen op plan B; bijvoorbeeld eeuwig schaak geven.
Les 1: Het nauwkeurig uitrekenen van de allereerste zetten van een variant is veel belangrijker dan lange varianten kunnen doorrekenen. Een onnauwkeurigheid op de eerste zet is meestal fataal. Maar wanneer het 'lek' aan het einde van de variant zit, zijn er nog vele mogelijkheden om af te wijken van het oorspronkelijke plan.
Les 2: Kijk niet alleen naar kandidaat-zetten voor jezelf, maar let ook op de kandidaat-zetten van je tegenstander.
Les 3: Kijk altijd het eerst naar actieve zetten zoals schaakjes, stukken slaan en aanvalszetten. Probeer de geforceerde varianten als eerste door te rekenen.
Les 4: Als na het doorrekenen jouw favoriete zet nog steeds geen duidelijk beeld oplevert, ga dan terug en kijk naar andere kandidaat-zetten. Wellicht vind je dan een betere zet. Bevrijd je gedachten even van het voorafgaande reken-gezwoeg en kijk opnieuw. Soms is schaken zo ont-zet-tend simpel !
Onderstaande stelling is uit de partij Viktor KorchnoiNico Georgiadis, Gibraltar 2012. Zwart is een jonge FM die getraind wordt door Artur.



Zwart aan zet speelt 21...Ld4.                          Artur en Dolf: de favoriete trainers van (D)ik.
Zoek de kandidaat-zetten.

Een mogelijke zet is dan 22. Dxd4 waarna 22...Dxd4 23. Txd4 Txc1+ 24. Td1 nog net redt. Dat was niet zo moelijk voor ons om te vinden. In de partij speelde Korchnoi echter 22. Txd4. Maakt dat verschil? 22...Dxd4 23. Dxd4 Txc1+ 24. Dd1 lijkt lood om oud ijzer. Of is er misschien een kandidaat-zet over het hoofd gezien? Na deze vraag bleef het lange tijd stil en Artur keek met pretoogjes de zaal rond. Uiteindelijk kwam daar dan toch het bevrijdende antwoord van - hoe kan het ook anders - onze clubkampioen: Na 22. Txd4? kan Zwart ook 22...Dxa5!! spelen (23. Txa5 Txc1+ of 23. Tda4 Dxa4! Of 23. Tb1 Da2 en Zwart wint). Georgiadis zag het niet en de partij eindigde in remise. Voor ons kwam het als een geruststelling, dat ook de grote meesters regelmatig voor de verkeerde kandidaat-zetten kiezen. (Dik)