Wir sind die Moorsoldaten und ziehen mit die Spaten ins Moor... (19 maart)
Het is dit seizoen wel eens anders gegaan; kleine en grote verliezen wisselden elkaar volgens wegen der geleidelijkheid af. Als teamleider had ik het eigenlijk al een beetje opgegeven, totdat Wijnand als een heuse profeet een bijna onwaarschijnlijk scenario ontvouwde: Winst tegen Moerkapelle 2 zou betekenen dat het 4e in de slotwedstrijd tegen Sliedrecht 4 alle kansen in eigen hand heeft. Het zogenaamde Phoenix-Scenario dus... Von Moor ins Dreck, als het ware... En toen wonnen we met 5 - 3. Jammer dat we in de slotwedstrijd niet ons thuisvoordeel van de ijskoude en tochtige speelzaal hebben...

De avond leek al niet meer stuk te kunnen toen ik bemerkte dat Paul en Wijnand de zaal al in orde aan het maken waren. Toen ik mijn tranen van ontroering gedroogd had en de zaal klaar was, waren we zowaar als team bijna compleet. na de gebruikelijke stichtelijke woorden werden de klokken ingedrukt en zag het er twee plaatsen naast mij al snel gezond uit: Shakir trok fel van leer tegen Hans Geerling en dat leverde al heel vroeg een gapend gat op in de damevleugel van zijn tegenstander. De samenwerking tussen dame en toren met daarnaast een fijne penning was voldoende voor het eerste punt. Ondertussen sloeg Bahman toe tegen Kevin Bakker. Vroeg in de partij veroverde hij een pion, maar de doodslag was het binnendringen via de h-lijn. Dit was beslissend zodat de stand inmiddels op 2 - 0 kwam te staan.

Leonardo had daarentegen een moeilijke partij tegen Remco de Zwart. De speler van Moerkapelle rukte met drie pionnen op, waardoor Leonardo's stukken naar de 7e lijn terug moesten. Op zich niet zo erg, maar daardoor werd de verdediging van zijn koning verzwakt. Het verlies van een pion was de prelude tot 2 - 1.

Ik kon de stand weer verbeteren in mijn partij tegen Rik Wortman. Een dubbele aanval leverde de pion op b7 op, waarna ik zoveel mogelijk stukken op een penning inzette. Om de penning op te heffen moest nog een pion gegeven worden, zodat, ondanks een aardige tegenaanval, het eindspel niet moeilijk meer was: 3 - 1.

Herman van Malde speelde tegen Marcel de Haan een hoogst ongelukkige partij. Ik had het punt al bijna geschreven. Alle stukken van Herman stonden perfect voor de kill, maar een wat schlemielig aftrekschaak deed de hele partij kantelen naar 3 - 2.

Het punt voor Leo had ik nog niet 1,2,3 geschreven bij zijn partij tegen Dirk Molenaar. Het zag er allemaal wat gedrongen uit en het was zaak een paard goed te dekken. Een pionwinst zorgde ervoor dat de speler van Moerkapelle risico's gingen nemen en dan komt Leo pas goed in zijn element: 4 - 2 en daarmee was het eerste matchpunt binnen.

Gelukkig lag ons lot in handen van Wijnand en Ed. Ed speelde een heerlijke partij tegen Christiaan Noorland. Ed stond een pion voor en wist lange tijd de loper van zijn tegenstander slecht te laten zijn. Helaas kwam deze loper toch op gegeven moment binnen de keten waardoor hij zijn grootste zwakte in de stelling kon neutraliseren. De remise werd op gegeven moment onvermijdelijk en daarmee ook het feitelijke matchpunt: 4½ - 2½.

Resteert nog de partij van Wijnand tegen Martijn Vroegindeweij. Zoals te doen gebruikelijk een Wijnand-partij waarin nergens, maar dan ook nergens het evenwicht verstoord was. Beide hadden op gegeven moment pionnen die op promoveren stonden; puur evenwicht dus, de complete zen-stelling. Om zijn teamleider te pleasen offerde Wijnand nog een dame maar het evenwicht bleef; de dame werd twee zetten later teruggeven. Het vervolg was uit het boekje. Met Wijnands pionnen aaneengesloten op de 6e en 7e lijn deed Martijn het enige goede: Hij gaf de toren voor deze twee pionnen, zodat de koningen en Wijnands loper resteerden. Eindstand: 5 - 3.

Zo, en nu met deze opstelling naar Sliedrecht voor het volgende kunststukje! (TL Mischa)

   RSR Ivoren Toren 4      1576 - Moerkapelle 2           1563 5  - 3
1. Herman van Malde        1788 - Marcel de Haan          1740 0  - 1
2. Bahman Radfar                - Kevin Bakker            1636 1  - 0
3. Ed van Doorn            1675 - Christiaan Noorland     1726 ½  - ½
4. Wijnand Dobbinga        1618 - Martijn Vroegindeweij   1482 ½  - ½
5. Leo Veth                1515 - Dirk Molenaar           1523 1  - 0
6. Shakir Salih            1459 - Hans Geerling           1565 1  - 0
7. Leonardo Ayala          1539 - Remco de Zwart          1550 0  - 1
8. Mischa van Vlaardingen  1441 - Rik Wortman             1282 1  - 0