Hoe dichter bij Dordt, hoe ouder men wordt (16 november)
Het had enige voeten in de aarde om een opstelling te realiseren, maar dinsdag 15 november trad een fijn achttal
in een uitwedstrijd aan tegen het vierde van Dordrecht.
De buurt van het speellokaal is absoluut foeilelijk en wedijvert in lelijkheid met, pak hem beet, Lombardijen. Het
speellokaal is echter ideaal: Mooie ruimte, gevulde boekenkasten, goede en goed geprijsde bar met 3 soorten bier en
hun unique selling point: Zalig zittende jaren '50 stoelen met zachte zitting.
Kijk, als je na iedere speelavond, door je partner, je zitvlak moet laten zalven met baby-olie na een helse avond
schaken in, bijvoorbeeld, het Nivon; dan is zo’n stoel een vriend voor de hele avond.
Ik vind het wel een aardig voorstel voor de ALV: De reservering voor klokken en borden direct uitgeven in Piekfijn.
Alleen maar gelukkige gezichten iedere avond.
We kregen te maken met een zeer sportieve en sympathieke tegenstander. Op bord 1 hadden zij de bijna 95-jarige
Adrie v/d Willigen gestald. Adrie werd in 1941 voor het eerst kampioen van Dordrecht en is, zeker in die contreien,
een roemruchte naam. Het is ook de man die schaken leerde aan Cees Buddingh. Hij had echter de pech tegen onze
jongeling Paul Dekker te spelen die pas 24 jaar later zijn eerste
kampioenschap vierde (0-1).
Op bord 4 verging het Arrian slecht tegen Otto van Haren. Arrian heeft nog niet de
juiste externe vorm hervonden en verloor, vroeg in de partij een stuk (1-1).
Op bord 7 leek Jeffrey, met een loperoffer, een beslissende aanval te hebben tegen Gert Zwartjes.
Gelukkig zag hij op tijd dat hij geen stuk kon terugwinnen met een beslissende stormloop. Hij berustte in eeuwig
schaak (1½-1½).
Eigenlijk heb ik niet zoveel gezien van de partijen, omdat ik zelf moest spelen op bord 8 tegen
Dick Groot en een behoorlijk zware avond had. Maar, wat is het dan fijn als je je mag verbijten
in een zachte zetel in plaats van een Nivon-klapstoeltje. Hoe zei de grote Donner het ook alweer:
Onterechte overwinningen zijn de mooiste. Ik stond zwaar in de verdediging, verloor een pion en moest met mijn stukken
vluchten naar velden die geweldig waren voor het verloop van de partij. Een penning op dame en toren besliste mijn
partij in mijn voordeel (1½-2½). Het werd toch nog gelijk, omdat Emilian aan bord 6 moest opgeven tegen
Ton Hobe. Emilian speelde een echte velponpartij, waarin al zijn stukken vastgelijmd stonden in zijn stelling
(2½-2½). Gelukkig pakte Leo op bord 3 zijn winst tegen Wim van Noort.
Leo kwam een loper voor, maar een tijdlang was deze loper een soort van veredelde pion omdat hij nauwelijks te ontwikkelen
viel. Gelukkig hielp zijn tegenstander door een beschermende pion op te schuiven om daarmee mat op de achterste
lijnen te faciliteren (2½-3½).
Vanaf dat punt heb ik niets meer gezien, omdat Leo en ik een trein moesten halen. Maar, er waren toen nog twee partijen
gaande, waarbij John op bord 2 een pion achter stond tegen Wim van Noort
en dat klaarblijkelijk niet heeft overleefd. Dit kan zelfs een grootheid als John Ruitenberg overkomen. Volgende keer
stel ik hem weer op, zodat hij zijn geliefde 50% kan realiseren met een overwinning (3½-3½) Het tegenovergestelde
zag ik bij Wouter op bord 5. Hier had Wouter een numeriek en positioneel overwicht. Dat moet zich uitbetalen
en dat heeft het dus ook gedaan! Einduitslag 3½-4½ winst.
Dat brengt mij tot de afsluitende grote woorden: Op de laatste speeldag wordt om het kampioenschap gespeeld tussen
RSR Ivoren Toren 4 en Sliedrecht 4. Een thuiswedstrijd; ik hoop dat we dan een paar lekkere stoelen hebben.
(TL Mischa)
Dordrecht 4 1633 - RSR Ivoren Toren 4 1625 3½ - 4½
1. Adrie v.d. Willigen 1564 - Paul Dekker 1797 0 - 1
2. Wouter de Bruin 1724 - John Ruitenberg 1861 1 - 0
3. Wim van Noort 1747 - Leo van Dongen 1681 0 - 1
4. Otto van Haren 1702 - Arrian Rutten 1694 1 - 0
5. Arend van Grootheest 1657 - Wouter Scheffer 1579 0 - 1
6. Ton Hobe 1548 - Emilian de Kievit 1543 1 - 0
7. Gert Zwartjes 1595 - Jeffrey Ouwersloot 1434 ½ - ½
8. Dick Groot 1530 - Mischa van Vlaardingen 1411 0 - 1
|