Bronckhorst, van Gaal, van Vlaardingen; team 4 verliest wederom (5 maart)
Vijf voor acht, vrijdagavond 4 maart, Nivon. Leo en ik zijn koortsachtig bezig de zaal in orde te maken. De spelers van team 4 zijn nog niet in zicht, zeven spelers van Overschie 3 zijn dan al gearriveerd en helpen mee de zaal in orde te krijgen, zodat om zes over acht de wedstrijd kan beginnen. Er staat voor beide teams heel veel op het spel; Overschie heeft 5 punten, RSR slechts 3. Een beetje voetbalclub heeft zijn trainer dan al lang eruit gebonjourd...

Het eerste uur verstrijkt wanneer de eerste contouren zichtbaar worden. Zeven partijen kennen behoorlijk traditionele openingen uit het ijzeren repertoire, plus de exotische opening van Léon.

6. Léon Cornelissen (1566) - Jan de Liefde (1632) 0 - 1
Léon is ingevallen voor de zieke Martin en komt behoorlijk goed uit de startblokken. De partij verloopt veelbelovend met 2 gevaarlijke lopers die complete diagonalen bestrijken. Léon lijkt op voordeel te komen als hij met zijn loper tegelijk de vijandelijke dame en een tegenoverliggende pion aanvalt. In plaats van de pion te nemen kiest hij ervoor druk uit te oefenen op een paard. Als de kruitdampen zijn opgetrokken heeft zijn tegenstander zijn pion in veiligheid kunnen brengen en heeft hij een pionnenmeerderheid op de koningsvleugel tegenover een meerderheid aan pionnen bij Léon op de damevleugel. Na een grote afruil rest Léons loper tegen een heel sterk paard dat een beslissende klap uitdeelt door Léons enige pion op de koningsvleugel te elimineren.

8. Ed van Doorn (1681) - Ruud Gorseman (geen rating) 1 - 0
De gelijkmaker komt van Ed, die vanuit de opening meteen doordrukt via het centrum en zijn tegenstander confronteert met de dreiging van een vork op 2 stukken. Zijn tegenstander denkt de dreiging te kunnen omzeilen door zelf ook een stuk aan te vallen. Daardoor gaat het van een leien dakje: Stuk, pion, pion, pion en ondertussen laat hij zijn verbonden centrumpionnen oprukken naar de overkant met als opties: mat of torenverlies. Een prachtige partij.

2. Leo van Dongen (1696) - Serge Erdtsieck (1738) 0 - 1
Leo speelt een partij met een hoge foutmarge aan beide kanten. Wint eerst zijn tegenstander een pion, niet veel later weet Leo een loper op de diagonaal van dame en toren te krijgen. Helaas geen kantelpunt in de partij omdat de tegenstander alle resterende stukken en dame op g2 richt, met mat in 1 in het verschiet. In plaats van het voor de hand liggende g3 speelt Leo dame g3 met de bedoeling dameruil af te dwingen. Echter Pe2 geeft een mooi familieschaakje waarbij het paard niet kan worden geslagen i.v.m. mat in 1 op de achterste rij.

4. Wijnand Dobbinga (1637) - Hans Doornheim (1777) 0 - 1
De partij van Wijnand verloopt via de bekende wegen van geleidelijkheid; nergens is het evenwicht verstoord. Er wordt nauwelijks iets geslagen en het centrum staat helemaal volgebouwd. Wanneer de boel in beweging komt, is nog steeds het credo: nergens is het evenwicht verstoord. Toch vindt zijn tegenstander een gaatje voor de dame waarmee hij een schaakje weet te forceren dat tot torenverlies leidt: Ergens is het evenwicht verstoord.

7. Brian van Kanten (1526) - Wil de Gids (1553) 1 - 0
Brian speelt een prachtige partij. Even ziet het beeld er wat onduidelijk uit. Zijn tegenstander heeft een vrijpion op a6, gesteund door de b-pion. Normaal een handenbindertje, omdat bij Brian beide torens en dame op de 7e lijn staan en zijn pionnen op de 6e lijn aangevallen worden door de vijandelijke dame. Met een, goed voorbereide, lepe paardvork waarop niet goed wordt geanticipeerd, kan Brian een paard ruilen voor een toren. Direct daarna verovert Brians dame met schaak de b-pion, waarna de a-pion ook valt door de toren. Dame en toren zijn daarmee fijn binnen, zodat zijn eigen b-pion kan promoveren na een eerdere dameruil.

1. Paul Dekker (1717) - Cor van Lennep (1577) 1 - 0
Paul speelt een hele fijne partij. Persoonlijk kan ik, bij Paul, nooit zo goed inschatten wanneer hij beter of minder staat. Paul heeft een kenmerkende stijl van schaken, aanvallend en snel wisselend van het ene strijdtoneel naar het ander. Hierdoor krijgt de tegenstander ook vaak kansen tot ontplooiing, dan wel schijnkansen. In zijn partij wordt volop geschakeld tussen de vleugels. Een poging de dame van de tegenstander te vangen leidt er uiteindelijk toe dat hij een toren gepend kan houden. Een zwakte in Pauls stelling lijkt de ongedekte h-pion op de 6e lijn en de g-pion eveneens op de 6e lijn, weliswaar gedekt door de f-pion, maar op de f-lijn staat Pauls koning op veld 8. Op dezelfde f-lijn staat ook de gepende toren van zijn tegenstander. Deze stelling verleidt zijn tegenstander met de dame te slaan op g6; immers Paul kan niet terugslaan met de f-pion. A tempo slaat Paul de gepende toren met schaak met de dame. Einde partij.

5. Wouter Scheffer (1595) - Fokke Lindeboom (1595) 0 - 1
Een partij die van begin tot het einde richting remise lijkt te ontwikkelen. Beiden geen echte aanval, grote afruil, loper tegen paard, evenveel pionnen… Toch kan je met paarden in het eindspel vaak vervelende dingen doen. Ik heb het einde gemist omdat de laatste partij een handenbindertje blijkt. Het omleggen van de koning heb ik echter wel gehoord.

3. Arrian Rutten (1726) - Murphy Brunings (1709) 0 - 1
Laatste partij is meteen ook de meest dramatische. Arrian is na een doorwaakte nacht niet fit, maar gaat er toch tegenaan. In het vroege middenspel maakt hij de keuze een pion te laten voor wat meer tegenspel. Secuur verdedigen brengt helaas niet de aanval waarop Arrian hoopt; sterker nog, de partij lijkt te kantelen en er komen kansen voor zijn tegenstander om de partij te beslissen. Die beslissing blijft echter uit. Ondanks enorme tijdnood zet Arrian nog een keer goed aan en bereikt deze stelling:



Zijn tegenstander antwoordt na enig nadenken met Dd7. Althans, zo lijkt het, want meteen corrigeert die zijn zet in Dxf3. Arrian constateert dat de zet voltooid is omdat de dame heel kort is losgelaten op d7, maar zijn tegenstander ontkent. Zelf sta ik niet bij het bord, dus heb ik te maken met een beschuldiging en een ontkenning. Welles-nietes dus... Omdat zijn tegenstander blijft ontkennen rest niets anders dan de partij te vervolgen. Ik kies er op dat moment voor de teamleider van Overschie te consulteren met het incident, met daarnaast het verzoek de resterende partijen (Wouter en Arrian) die nog lopen te beëindigen in remise, zodat een eindstand van 4-4 ontstaat. Dit verzoek wordt afgewezen.
Inmiddels is Arrian onder de 5 minuten gekropen tegenover zijn tegenstander 22 minuten. Onbegrijpelijk vind ik het dan dat zijn tegenstander besluit ook maar niet te noteren. Er volgt een waarschuwing, bij de tweede keer pas ik een tijdstraf toe die beantwoord wordt op zeikerig en kinderachtig commentaar. Arrian wil niet eens weten van tijdstraf en ik moet alle zeilen bijzetten om mijn straf uit te kunnen voeren tegen de Overschie-speler. Ook in het vervolg blijft deze speler ‘het noteren vergeten’ en kinderachtig gedrag vertonen. In elke andere partij zou ik meteen de partij voor hem verloren verklaren, omdat hij 7 keer ‘vergeet’ te noteren. Dit soort spelers verwacht je niet aan een schaakbord, maar brallend langs de lijn bij een wedstrijd in de 4e klas onderbond voetbal.

Artikel 12.8 Fide-regels schaken: 'Wanneer een speler herhaaldelijk weigert zich aan de FIDE-regels te houden, wordt hij bestraft met het verlies van de partij. De score van de tegenstander moet door de arbiter worden vastgesteld.'

Eindstand 3 - 5...

In het nagesprek tussen Arrian en zijn tegenstander ving ik het volgende op: “Nee hoor, ik liet de dame niet los, ik raakte hem nog net met mijn pink aan”. Zoiets heet loslaten, met alleen een pink kan je namelijk niet een stuk vasthouden. (TL Mischa)

   RSR Ivoren Toren 4         1643 - Overschie 3             1654 3  - 5
1. Paul Dekker             1717 - Cor van Lennep          1577 1  - 0
2. Leo van Dongen          1696 - Serge Erdtsieck         1738 0  - 1
3. Arrian Rutten           1726 - Murphy Brunings         1709 0  - 1
4. Wijnand Dobbinga        1637 - Hans Doornheim          1777 0  - 1
5. Wouter Scheffer         1595 - Fokke Lindeboom         1595 0  - 1
6. Leon Cornelissen        1566 - Jan de Liefde           1632 0  - 1
7. Brian van Kanten        1526 - Wil de Gids             1553 1  - 0
8. Ed van Doorn            1681 - Ruud Gorseman                1  - 0