Wonderen bestaan niet > RSR3- CSV1: 2-6 (24 maart)
Het is vrijdag 20 maart 20.00 uur en Paul Dekker leest een voorgekookte tekst voor
als welkomsttoespraakje voor CSV. Hierin wordt de op het punt van beginnen staande
wedstrijd als degradatieduel bestempeld, die het feitelijk ook was, want ja, de
verliezer kon niet gerust zijn op langer verblijf in de Promotieklasse.
Feitelijk was het zo dat CSV zijn favorietenrol niet had waargemaakt en dat RSR3
wat omhooggevallen was, waardoor het verschil op de rangrijst na ronde 5 slechts
1 matchpunt bedroeg. Maar dat een presentatie van deze feiten nog als een vileine
belediging opgevat kan worden, is wat raadselachtig. Ontzag voor ratings en een
fluwelen aanpak is beleefdheidsnorm geworden. Het zal een teken des tijds zijn.
In elk geval zat er logica in dat onze best presterende Arend Bongers het opnam tegen
ratingkanon Leon Koster. Helaas voor Arend kwam niet de klassieke carokann op het bord,
maar de doorschuifvariant met c4. Als er dan wordt geruild op d5, moet zwart er dan
altijd voor zorgen dat hij met een stuk terug kan nemen. Gedwongen worden om met de
c- of e-pion terug te slaan, is dan in de meeste gevallen erg nadelig.
Het werd de c-pion en vervolgens werd Arend ge-c-lijnd. Gevalletje-kan-gebeuren, dus.
Mark deed het aan bord 2 tegen Stefan Tabak helemaal niet slecht. Bij de overgang naar
het eindspel gaf het verschil in rating en ervaring pas de doorslag: Mark verloor
simpelweg teveel hout.
Zelf speelde ik tegen Jan Peter Bogers, die nog een revanche tegoed had, een
afgedankte zijvariant van de carokann. We snapten er beiden niet teveel van gezien het
openingsverloop. Toch kwam ik best goed te staan met een halfopen c-lijn tegen een
achtergebleven c-pion en een mooi paard op c4. Helaas kwam ik te vroeg in actie, waar
ik beter eerst had kunnen rokeren. Dom.
Michael won een pion in het middenspel, maar ten koste van een half leger onontwikkelde
of slechtstaande stukken. Zelfs het teruggeven van de pion, kon de activiteit van zwarte
stukken niet meer intomen.
De uit vorm zijnde Alek speelde tegen zijn evenknie in idealistisch schaak,
Jaap Rusch aan bord 7. Dat had een hallucinerende pot kunnen worden, maar de gewaarschuwde
Alek was zo verstandig om alle aangeboden pionnen gewoon op te rapen. Na 3 stuks vond Jaap
het wel welletjes.
Snipverkouden Leo wist op zijn tandvlees de gevaarlijke Paul van der Lee op remise
te houden. Joop bespeelde het frans van Reinoud Segers wat tammig, won nog wel een
onbelangrijk pionnetje, maar moest het initiatief verder aan Reinoud laten en een
binnendringende toren was tenslotte dodelijk voor alle zwakke witte pionnen.
Ook Bob wist een pionnetje te snoepen en lang leek het er op dat hij die ging
verzilveren, maar Roel Trimp had zodanig een dame in Bobs achtertuin geposteerd,
dat Bob gedwongen was om eeuwig schaak te geven.
Nergens was er enige hoop dat de einduitslag beter had kunnen uitvallen dan de
2-6 die het nu geworden was. En aangezien we ook de niets voorstellende
zonsverduistering de schuld kunnen geven, zit er weinig anders op dan volgende week
op 1 april het laatste benodigde matchpunt te pakken.
(Koots Keet)
RSR Ivoren Toren 3 1891 - CSV 1 2025 2 - 6
1. Arend Bongers 1773 - Leon Koster 2326 0 - 1
2. Mark Beijen 1825 - Stefan Tabak 2210 0 - 1
3. Herman Keetbaas 1973 - Jan Peter Bogers 2021 0 - 1
4. Michael Fung 1898 - Mark Vermeer 1978 0 - 1
5. Bob Hoos 1883 - Roel Trimp 1993 ½ - ½
6. Joop Klijn 1867 - Reinoud Segers 1983 0 - 1
7. Alek Dabrowski 1985 - Jaap Rusch 1904 1 - 0
8. Leo de Jager 1924 - Paul van der Lee 1782 ½ - ½
|