Rokado 1 weet nog wat winnen is (21 oktober)
Het duurde lang voordat we wisten of ons derde team compleet was, maar dankzij wondermiddel Prednison, de naam zegt het al, gingen wij vrijdagavond 17 oktober al vroeg op zoek naar de nieuwe speelplaats van Rokado in Nieuw-Beijerland. Zoals bekend zou die speelplaats elk café tussen Rotterdam en Maastricht kunnen zijn, want Rokado heeft geen interne competitie. Om het de overige RSB-teams niet al te lastig te maken, blijft Rokado veilig achter de dijken van de Hoeksche Waard. Je kan de achtergebleven autochtonen ook niet teveel voor het hoofd stoten, lijkt het idee te zijn.

Dorpshuis de Swaensvoet is een megamix van grandcafé, huiskamer, disco en sporthal, waar die avond gebokst werd. In het café zelf zou het rokerige plaatje van Rokado’s website moeiteloos nagebootst kunnen worden, maar onze gastheren wilden het ook weer niet tè gezellig maken. Wij werden dan ook langs de verder lege ruimtes via een steil trapje naar een raamloze pijpenla gedirigeerd, waar de kerkenraadsgeur bij wijze van spreken nog inhing. Om acht uur was het er ook nog eens ijzig kil, zodat muren en vloer boekdelen spraken van straffe besluiten en ooit opgedweild geronnen bloed. De ideale ruimte kortom voor een robbertje schaak.

Het was niet het laatste sein dat Rokado weinig aan het toeval zou overlaten om het zegeloze verblijf in de 3e klasse KNSB ongedaan te maken. De sterkst mogelijk bezetting ooit was opgetrommeld en met een dikke 170 ratingpunten per bord meer leek een gelijkspelletje het hoogst haalbare.

Als eerste was Bob de klos, die pion e4 in een Kalasjnikov met f3 probeerde te dekken. Pxe4 dwong zijn koning in het midden, onbegonnen werk bleef het. Leo de Jager zag een naar voren geschoven a5-pion in rook opgaan; hij wilde iets terugdoen, maar daar ging tactisch iets bij mis (2-0).

Fung had even later keurig Frank Verkooyen ingetoomd, die remise aanbood. Om in elk geval niet met nul punten terug naar huis te gaan, nam Michael die terecht aan. Alek kon vervolgens tegen Rick Ensering ervaren hoe vierkant een schaakbord kan zijn, in alle hoeken heeft hij wel even gelegen (3½-½).

Toch werd het toen nog een beetje spannend. Weliswaar stond Joop tegen een zeer bedenkelijke stand aan te kijken, maar Marco van der Linden weigerde e5 door te dauwen in Joops Pa6-Benoni. Arend stond hooguit optisch iets minder, maar hield wel goed stand, terwijl Mark en ikzelf kansrijke stellingen kregen. Ben Boog tegen de Boog werd een wonderbaarlijke opeenstapeling van kansrijke kandidaatzetten, die ook nog eens per zet toenamen. Ben gooide alle pionnen voor zijn koning naar voren en toen de stelling openging in het centrum, stonden al mijn stukken goed, maar Ben wist eigenlijk steeds de enige zet te vinden, die niet direct nadeel gaf, terwijl ik steeds 4 of 5 goede zetten tot mijn beschikking bleef houden. In tijdnood is het dan makkelijk om die verkeerde 6e zet te vinden, die een stuk kostte (4½-½).

Joop had ondertussen wat meer tijd op zijn klok en Marco bleef weifelende zetten doen. Juist op de momenten dat de boel onder controle leek, ging Joop zelf agressieve zetten doen met b5 en later g5. En weer kwamen er diverse mogelijkheden om een weg naar Joops koning te offeren, daarom ging Joop maar zijn a-pion naar voren schuiven om hem te dwingen: dat werd dus het verkeerde offer en op het eind nog een een bok (4½-1½). Was het dit onverwachte punt of het nuttigen van een meegenomen biertje, Joops hoofd verschoot plotseling van asgrauw naar lichtroze. Rex van Dijken zag er op een gegeven moment ook geen gat meer in tegen Arend (5-2). Pas in het late eindspel raakte Mark het spoor bijster tegen Wilbert Surewaard, verloor wat pionnetjes en dat was het (6-2 nederlaag).

Op de terugweg zeurde het gesprek over Joops hoofd nog wat na, met als verheffende conclusie dat een hoofd bij het schaken eigenlijk helemaal niet zo belangrijk is: je moet zorgen dat die hersens in je handen zitten en die de goede zetten laten doen, daar gaat het om!

Vorig seizoen verloren we ook de eerste wedstrijd tegen de latere kampioen en deden we op het eind nog mee. Het kan eigenlijk alleen maar beter gaan. (Koots Keet)

   Rokado 1                2061 - RSR Ivoren Toren 3      1891 6  - 2
1. Hans van der Linden     2122 - Bob Hoos                1883 1  - 0
2. Frank Verkooyen         2101 - Michael Fung            1898 ½  - ½
3. Han Westenberg          2074 - Leo de Jager            1924 1  - 0
4. Ben Boog                2064 - Herman Keetbaas         1973 1  - 0
5. Rick Ensering           2057 - Alek Dabrowski          1985 1  - 0
6. Wilbert Surewaard       2043 - Mark Beijen             1825 1  - 0
7. Rex van Dijken          2043 - Arend Bongers           1773 ½  - ½
8. Marco van der Linden    1985 - Joop Klijn              1867 0  - 1