Alternatieve feiten en krasse schaakcracks (27 februari)
Wat feiten precies zijn, laat ik graag aan filosofen als Spaan over. Feit is (!) dat er slechts 1 rijk van feiten is. Anti-feiten of alternatieve feiten zijn verzinsels van natuurkundigen en fakenieuwsmedia om onwelgevallige feitenaandragers in een dubieus daglicht te plaatsen. Gek genoeg is de term in het leven geroepen door Kellyanne Conway, de campagnemanager van Trump, maar de Trumphaters lopen er als een geschenk uit de hemel mee weg. Ingegeven vanuit de wens dat hun onverteerbare fakenieuwshap geslikt blijft worden, zo lijkt het. Het zijn sowieso moeilijke tijden voor Trumpfans, want binnen een paar weken tijd heeft hij zijn belangrijkste beloftes verbroken. Van Poetin eisen de Krim terug te geven tot de benoeming van VN-ambassadeur Nikki Haley, zo mogelijk een nog grotere hork over Syrië dan haar voorgangster Samantha Power. Er zijn misschien mooie of lelijke feiten, verborgen feiten of zelfs verontrustende feiten, het veronderstellen van het bestaan van alternatieve feiten is een rookgordijn. Dat past heel mooi in de trend om veraf gelegen landen, waar in onze ogen vervelende feiten vandaan komen, te bestempelen tot dictaturen. Komen we dichter bij huis, dan werkt dit etiket niet meer, want we leven immers in een democratie, ahum. Maar daar is wat op gevonden. Het oude etiket complottheorie (geeuw) was wat sleets geworden, nadat het al in de 50-er jaren door de CIA was uitgevonden om 'communistische oproerkraaiers' monddood te maken. Het nieuwste etiket heet tegenwoordig populist. Dat klinkt gelijk een stuk vriendelijker. Populisten horen er nog wel een beetje bij, maar zijn toch van een beduidend mindere soort - is de ondertoon. Een aardige truc om ongewenste feiten (ja, die bestaan wel) en gedachten daarover zoveel mogelijk buiten de deur te houden. Ook in andere takken van sport als klimaatverandering en economie is er een trend om het feitenrijk groter te laten lijken dan zij is. Feiten en statistische gegevens worden net zolang door theoretische molens gehaald tot de gewenste resultaten eruit rollen. Onlangs zagen Groenlinkseconomen het licht door het idee dat er tussen debet en credit nog iets meer zit. Het zal vast werken zolang de gratisgeldpersen van Draghi blijven draaien. Maar net als die alternatieve feiten, allemaal kul natuurlijk en ontsnappingsroutes om de echte feiten onder te sneeuwen.

Genoeg daarover want ik wou het eigenlijk over alternatieve schakers hebben en heus, die bestaan nog wel. Op 24 februari kwam een delegatie van SO Rotterdam 2 op bezoek in het Nivon, het bontste gezelschap oude schaakcracks in de Promotieklasse. Een aantal van hen stonden al om 19.30 klaar voor hun laatste strohalm een onvermijdelijk lijkende degradatie te ontlopen. En zowaar met een compleet en versterkt 8-tal om ons op stoom gekomen 2e team te stoppen. Ondanks hun actueel aandoende naam is die niet vernoemd naar de winnaar van het Tata-toernooi, maar een vereniging in verval door gebrek aan jeugdige spelers. Soms zitten er gaten in het team en het spelersverbruik is zeer hoog, meestal geen goed teken. Het team wordt gedragen door spelers als Frans Vreugdenhil en Marius Strijdhorst, maar ook oude rotten als Henny Versteeg en Marc Schröder kunnen nog mee en zelfs Cor de Zwart was speciaal voor de gelegenheid uit zijn mottenballen gehaald.

Kortom, appeltje-eitje zou het niet worden, al zag het daar in het begin wel naar uit, vooral omdat aan de onderborden wat minder gerate spelers zaten. Zo speelde invaller Mark tegen de rechtsfundamentalistische René Geuskens. Er zal een handicap aan ten grondslag liggen, maar René's stukkenverplaatstechniek trok veel bekijks. Hij pakte zijn stukken wel op met zijn rechterhand, maar moest de daaraan vastzittende arm ondersteunen met zijn linkerhand, waardoor het geheel wel iets weg had van een gokgrijpautomaat. Mark was niet onder de indruk, want hengelde na een korte opening al 2 pionnen van het bord en was als eerste klaar. Ik viel met 2 vreemd geposteerde paarden met de deur in Wim Heijnens huis. Een partij mocht het niet genoemd worden en ik was zo verdiept in de problemen op de borden van Leo en Wil, dat ik niet door had dat er al geruime tijd een uitgestoken hand boven mijn bord hing. Intussen had Plas een modelpartij afgeleverd tegen Frans Vreugdenhil. Die liet een paard op e5 iets te lang leven, zodat zijn koningstelling weggeofferd werd via de open g-lijn (zie fragment). Spaan nam daarna het zekere voor het onzekere, want hij had Cors Siciliaan niet handig aangepakt en kwam geleidelijk steeds minder te staan. Eenogige Leo had een pionnenfalanx opgebouwd waar iets mee misging, want toen ik wat later keek, waren al die pionnen spoorloos verdwenen en stond hij ook nog een stuk achter. Een mat verloste zijn lijden (3½-1½).

De partij van de avond werd gespeeld door Herbert met zwart tegen Marc Schröder. Een echte rollercoaster, spannend tot het eind. Na 16 zetten stond Herberts (mislukte) Benoni zo:



Herbert dreigde verpulverd te worden door een witte pionnenwals en speelde hier vol bravoure (commentaar van Herbert zelf):
16...h5?! (Wie niet waagt die niet wint, kan ik nu rustig schrijven. De computerwijsheid achteraf leert dat wit nu met zetten als a5 en f5 een welhaast onhoudbare aanval had kunnen beginnen.)
17.gxh5 Pxh5 18.Pf5? (Verrassend en volkomen onlogisch (Plas:'teveel Tal-partijtjes nagespeeld!'), want nu ruilt zwart dankbaar z'n probleemloper en ontstaat er zowaar enige coördinatie.)
18...Lxf5 19.exf5 Ld4+ 20.Kh1 De7!? (Overambitieus. De computer vindt dat zwart na Dd7 iets beter staat.)
21.fxg6 Dh4! (Uitroepteken vanwege het schrikeffect. Dit is natuurlijk even wat anders dan de zorgeloze aanvalsstelling waar wit zich rond zet 16-18 op leek te kunnen verheugen.)
22.Df3 (De computer komt met een aantal verbetersuggesties , waarvan 22.Pe4! Txe4 23.Ta3! zonder meer de meest shockerende is. Maar dat ziet geen mens.)
22....Kg7? (Voor de bühne gespeeld en volstrekt thematisch, maar droogjes fxg6 was beter.)
23.Ld2? Pc4? (Zwart droomt van de schoonheidsprijs, de GM-afwikkeling hier is echter 23.... Pg3+ 24.Dxg3 Dxg3 25.hxg3 Th8+ 26.Lh3 Txh3+ 27.Kg2 Tbh8 en het eindspel blijkt veel beter voor zwart dan ik achter het bord durfde te hopen.)
24.Le1 Txe1 25.Tfxe1? (Het had de andere toren moeten zijn: 25.Taxe1 Pd2 is wel beter voor zwart maar nog een heel eindspel te gaan.)
25...Th8? (Te gemakkelijk gespeeld. Direct 25.... Lf2! wint meteen.)
26.Pe2 Lf2 27.Dc3+ f6 28.h3 Te8? (En hier wint 28.... Pe3! eenvoudig, bv. 29.Tec1 Pg3+ 30.Pxg3 Dxh3+! 31.Lxh3 Txh3 mat.)
29.Dxc4 Lxe1 (Inmiddels is het wel duidelijk dat zwart gewonnen staat, al duurt het even om de witte verdediging te slopen.)
30.Pg1 Pxf4 31.Df1 Lf2 32.Pf3 Dg3 33.Ta3 Te2 34.Pd4? (Na 34.Pg1 moet zwart Te3 doen, en niet het door mij geplande Dxg2+?? 35.Dxg2 Pxg2 36.Pxe2... oeps oh ja :-). Had ik denk ik wel gezien hoor.)
30...cxd4! (Lekker zetje om te spelen. Nu kan het niet meer misgaan.)
35.Txg3 Lxg3 36.Df3 Txg2 37.Dg4 Th2+ 38.Kg1 Pe2+ 39.Kf1 Tf2+ 40.Ke1 Tf4+ 0-1 en 4½-1½.

Wil speelde tegen de niet onderschatten Gerrit Markus, al had die nog nooit van Wil gewonnen. Wil won de kwaliteit, maar de vraag was of Markus' loperpaar met vrije c-pion niet sterker waren. Wil liep met zijn koning naar h5, regelrecht een matfuik in, precies zoals ik hem laatst voordeed en waarvoor hij mij de schuld mag geven - al is het niet terecht. Het zag er somber uit en het blunderen van zijn toren was logisch, want wat moet je met zo'n machteloos stuk.

Paul B. mocht als laatste de score nog wat opvoeren. Hij stond lekker met loperpaar en verdubbelde torens op de e-lijn, toen Henny zich in tijdnood vergreep aan een vergiftigde pion, waarna Paul vrijwel al zijn resterende tijd verbruikte aan de juiste weerlegging en speelde een briljant ogende stille zet, die echter zo in Pauls blunderhoekje terecht kan, want Henny kon toen de dame winnen tegen 2 torens+loper. Op het oog een slechte afwikkeling, maar toch goed voor remise want eeuwig schaak met dame. Dat zag in zo korte tijd niemand en Paul won verder vrij simpel (5½-2½).

Alle koplopers lieten tot nu toe steken vallen, dus er kan nog veel misgaan, zegt een voorzichtige koots. Het goede nieuws is dat Leo straks tegen CE4 weer 2 ziende ogen heeft, Alek 3 extra weken voorbereidingstijd en weet Wil nu de weg en zal schoon genoeg hebben van 3 externe nullen op rij. Veel zal afhangen van de vraag of onze spelers in hun hoofd bereid zijn het komend seizoen weer 9 vrije zaterdagen op te offeren. Een nieuwe reshuffle op komst? (Koots Keet)
   RSR Ivoren Toren 2      1993 - SO Rotterdam 2          1806 5½ - 2½
1. Herbert van Buitenen    2116 - Marc Schroeder          1964 1  - 0
2. Nathanael Spaan         2132 - Cor de Zwart            2003 ½  - ½
3. Paul Batenburg          1999 - Henny Versteeg          1905 1  - 0
4. Rob van der Plas        2144 - Frans Vreugdenhil       1944 1  - 0
5. Leo de Jager            1933 - Marius Strijdhorst      1843 0  - 1
6. Herman Keetbaas         1946 - Wim Heinen              1400 1  - 0
7. Wil Sparreboom          1885 - Gerrit Markus           1759 0  - 1
8. Mark Beijen             1789 - René Geuskens           1628 1  - 0