020 - 010 : 3-1 = 9,5 - 8,5 (25 november)
Via verschillende routes kwamen zaterdag 24 november 20 RSR-ers samen in het Woestduincentrum in Oud-Zuid in 020. We kwamen terecht in een tamelijk fantasieloze, voormalige kerkdoos met slechts een hint van een toren, omringd door een stenig buurtje. Het zal vast al opgekocht zijn door een projectontwikkelaar om snel te slopen en daardoor nog erg geschikt voor allerlei culturele activiteiten die weinig mogen kosten, een ideale lokatie dus voor Caïssa om goedkoop 5 bondswedstrijden tegelijk af te hameren. Bij binnenkomst zag ik dat van Wely in de hal nog juist de laatste sms-jes van zijn nieuwste vriendin zat te checken, onderwijl de laatste voetbaluitslagen met vriendje Sokolov doornemend.

In het zicht van de nog aanwezige, basale kansel stonden 5 rijen teamwedstrijden op het menu. Met onze ruggen naar de uitgang nam RSR 2 het op tegen Caïssa 5, vooral de brede nek van beroepsinvaller Victor had veel kerktocht te verduren - u voelt de pletsmoezen al aankomen -, 2 rijen verder speelde Caïssa3 tegen een team met bekende schakers als Sokolov, van Wely en Ligterink en vooraan bij de kansel speelde ons eerste tegen Caïssa 1, een verdienstelijke 5-5 bij elkaar schakend, maar daar zal Michael Fung ongetwijfeld nog een boekje over opendoen.

Aangezien de baas van onze tweede, Arnold Rijken, om zwaarwegende redenen verstek moest laten gaan, mocht ik dit klusje klaren met alle zware verantwoordelijkheden vandien. Gelukkig wist Arrian Rutten mij op tijd te voorzien van een briefje met de opstelling, waardoor er eigenlijk niets meer fout kon gaan, behalve dan dat ik zelf nog moest invallen aan het bord van Peter Torczynski. Op orders van de baas mochten de bordjes niet verhangen worden.

Nog voordat we goed en wel zaten, bleek dat Arnold zijn baby toch niet in de steek kon laten. Plotseling dook hij toch op en na de noodzakelijke plichtplegingen verliet hij, zoals gebruikelijk, onmiddellijk weer de zaal voor een eerste strooptocht door 020. Paul Tromp en ik kwamen met zwart terecht in tamelijk kansloze stellingen en moesten als eerste opgeven. Gelukkig deed Arno wat terug. Ik zat er naast, maar zag alleen maar wat ongebruikelijke pionstructuren, vreemde paardposities en ondoorgrondelijke torenzetten, Martijn Miedema kon er blijkbaar ook geen soep van koken. Helaas kon Paul Batenburg een minuscuul eindspelvoordeeltje niet uitbuiten (2½-1½). De tocht op Victors nek kostte een kwal en ook nog een pion, maar lang leek het er op dat Rene Pijlman moeite had om dit voordeel te verzilveren. Ook Harmen had het zwaar aan bord 1. Materieel bleef de stand gelijk, maar na de 1e tijdcontrole stonden al wits overgebleven stukken op slechtere posities. Met een zwarte loper op a3 koos Harmen na lang nadenken het bevrijdende Tc1, een heilloze lijdensweg zich daarmee besparend (Lxc1 en 3½-1½). Philip kreeg een agressieve draak tegenover zich met oprukkende h- en g-pionnen richting zijn koningsstelling. Hij ruilde wat dames en lichte stukken, maar zwart wilde meer en probeerde een opening op de damevleugel te forceren die een pion kostte. Deze b-pion loodste Philip, keurig begeleid door zijn koning, naar de overkant (3½-2½).

Het laatste restje hoop verdampte toen Rene Pijlman alle vestingideeën van Victor sloopte om over zijn nek maar verder te zwijgen: die was na afloop zo mogelijk nog wat breder geworden... Derde invaller Kees van der Knijff had - als laatste spelende - een gevaarlijke aanval knap afgeslagen en ging, toen er nog hoop was, gelijk voortvarend in de counter. Die liep zo gesmeerd, dat zijn tegenstander het nog snel voor gezien hield, want het maakte toch niet meer uit. Zo werd de 4½ - 3½ nog een dragelijke nederlaag, waarvan je mag zeggen dat uw verslaggever het verschil maakte. Zet dat verschil af tegen de grootste club van Nederland met meer dan 200 leden en de grootste club van Rotterdam met 'maar' 70 en er was genoeg reden om het verdiende matchpunt te verbrassen in een plaatselijke pizzeria, waar het eten duur, maar eetbaar was. Het was er zelfs zo gezellig dat het Jos van de Kaap verleidde tot uitnodiging van de hele club ter viering van zijn aanstaande trouwpartij en/of van zijn aanstaande doctoraat in de reumatiek, daar wil ik van af wezen. Door een verstoorde treinenloop mochten we blij zijn nog juist voor 24.00 uur terug in RCS te zijn, waarmee weer bewezen was dat uitwedstrijden gewoon hele dagtaken zijn, die door de uitzonderlijke hitte in het restaurant nog een forse zondagse hoofdpijn oplevert ook. (keet)

   Caissa 5             1969 - RSR Ivoren Toren 2   2016 4½ - 3½
1. Anno Steenberg       2125 - Harmen van de Werken 2066 1  - 0
2. Bert Westera         1989 - Paul Tromp           2027 1  - 0
3. Jos van Ommeren      2010 - Philip Westerduin    2041 0  - 1
4. Kees Sterrenburg     1965 - Herman Keetbaas      1916 1  - 0
5. Martijn Miedema      1971 - Arno Beljaars        2082 0  - 1
6. Wim Nijenhuis        1913 - Paul Batenburg       2017 ½  - ½
7. René Pijlman         1902 - Victor Berg          1924 1  - 0
8. Sander Tigelaar      1879 - Kees van der Knijff  2051 0  - 1