RSR 1 wint opnieuw (10 november)
De andere helft van de massakamp tegen Sliedrecht bestond uit ons team 1 tegen hun team 2. De verslaglegging van dit treffen volgt het democratisch-dictatoriale principe dat spelers de kans krijgen zelf iets te vertellen over hun partij, maar dat hun lot in handen komt van de eindredactie indien zij dit niet tijdig doen.

Het is begrijpelijk dat Paul geen bijdrage inleverde over zijn partij aan bord 5. Al vrij snel was het leven uit de stelling en werd besloten tot een voortzetting aan de bar: ½-½.

Het verhaal van bord 4 was niet veel vrolijker. Herbie presteerde het om met wit al na 6 zetten in grote problemen te zijn. Er was veel fantasie voor nodig om nog een soort van ontsnappingsroute te organiseren, en dat de zwartspeler na 20 zetten remise aanbood mag een klein mirakel heten: 1-1.

Winnaars praten er natuurlijk liever over dan verliezers, en over zijn winstvoering aan bord 6 vertelt Jason het volgende: "Door mijn nieuwe rating PR was ik in een euforische en avontuurlijke stemming. Daarom speelde ik met wit een riskante partij met tegengestelde rokades. Het werd een zeer complex zooitje en zwart stond zeker niet slechter. Maar mede onder druk van de klok verslikte mijn jonge tegenstander zich bij de afwikkeling naar het eindspel. Dat had hem een pion moeten kosten, maar omdat hij zich direct nog een keer verslikte (en ik vrij scherp bleef), kostte het nog meer materiaal. Dat was beslissend." En dus: 2-1.

Bescheidenheid siert de mens. Van Wil geen eigen bijdrage, maar toen ik mijn eerste blik op zijn bord wierp had hij een vol stuk verschalkt, en probeerde zijn tegenstander iets te compenseren met torens op de 7e rij. Maar Wil zag dat het mat er niet was, en wikkelde professioneel af naar een eindspel dat hij snel won: 3-1.

En dat is natuurlijk een gunstige situatie voor de overgebleven matadoren. Aan bord 3 hoorde ik Spaan vroeg op de middag remise weigeren ("ik kijk nog effe"), met een langdurig geploeter tot gevolg, zoals het hoort. Hij zegt er zelf het volgende over: "Na twee gemiste kansen op winst, een tactische en een positionele, werd mijn partij tegen Wout Boer remise. En verder wil ik het er niet over hebben." Of die laatste zin erbij moest weet ik niet zeker. Hoe dan ook: 3½-1½.

Dan aan bord 2, met wit: Lucas. Zijn inzending paste bijna niet in mijn mailbox: "Mijn tegenstander Hans Klein blunderde in één zet een loper én een toren, ik won." Hmm, dat was het alweer, ik voeg er graag aan toe dat deze blunder ongetwijfeld veel te maken had met de aanhoudende druk die Lucas op zijn tegenstander uitoefende. Geluk dwing je af, tenminste, als je geluk hebt. Enniewee: 4½-1½.

Lola aan bord 8 werd slachtoffer van een moment van onoplettendheid: uitgerekend haar belangrijkste aanvalspion liet ze pardoes van het bord slaan. Ondanks dappere pogingen er toch nog iets van te maken was het vanaf dat moment een 'uphill battle', en haar minstens net zo jeugdige tegenstander was net secuur genoeg om zich niet te laten foppen: 4½-2½.

Tot slot Joost, de kopman aan bord 1. Over deze partij is mij niet veel meer bekend dan het toreneindspel dat op enig moment op het bord kwam. Ik dacht zelf dat Joost daarin aanvankelijk de beste papieren had, maar al gauw werd het erg rommelig, en ik lees in Keets verslag van het 2e dat Joosts tegenstander een eenvoudige winst heeft laten liggen. Mooi zo, zeg ik dan. Met de eindstand 5-3 wint ons 1e voor de 3e keer op rij, en nestelt het zich op de 2e plek in de poule, een half puntje achter het kanonnenteam van CSV.

Na afloop was er zowaar een tafel voor 9 personen nodig in de Admiraal, voormalige Hofnar, waar een bonte mix van team 1 en team 2 spelers elkaar beter leerde kennen. En nee, het ging niet alleen over Siciliaans, Italiaans en paard slaat f5: in onze club blijkt bv. ook uitgebreide kennis aanwezig over vinologie alsmede een spectaculaire bekwaamheid in het oplossen van Rubiks kubussen van diverse afmetingen. En dat, beste mensen, was een waardig besluit van een mooie schaakdag. (Herbie)

   RSR Ivoren Toren 1    2020 - Sliedrecht 2          1916 5 - 3
1. Joost van Rosmalen    2138 - Teunis den Rooijen    1909 ½ - ½
2. Lucas Gortemaker      2015 - Hans Klein            1927 1 - 0
3. Nathanaël Spaan       2094 - Wout Boer             1970 ½ - ½
4. Herbert van Buitenen  2142 - Wim Hokken            1938 ½ - ½
5. Paul Tromp            1990 - Jerry van Rekom       1946 ½ - ½
6. Jason Zondag          2037 - Adrian Mensing        1884 1 - 0
7. Wil Sparreboom        1874 - William Gijsen        1823 1 - 0
8. Lola den Dunnen       1871 - Andrew Mensing        1927 0 - 1