Minimaal team 1 (21 maart)
Naast al het nerveus gedoe rondom team 2 werkte ons eerste team
zaterdag 19 maart gestaag verder aan haar reeks minimale overwinningen op underdogs. Dit maal
onderging Paul Keres 2 dit lot.
Even voor vieren, de eerste 20 zetjes stonden er op de meeste borden wel op, gingen er vrijwel
gelijktijdig 3 messen door de boter. Bij Oscar en Plas
ging dat op behoorlijk ingetogen wijze. (zie fragmenten)
In de nazit klaagde Oscar dat hij geen idee had welke zetten hij in een soort carokaanse Scandinaviėr
moest doen. Blijkbaar had Jan Jaap Janse dat nog minder, want Oscars stelling schreeuwde om een gewelddadig
loperoffer op g6, die Jan Jaap met Kh8 al aan zag komen. Maar Oscar wilde liever eerst zoveel mogelijk
verdedigers uit de weg ruimen, voor hij een slag sloeg, die tot het einde toe uit te rekenen viel.
Plas had op hetzelfde moment een stelling vanuit zijn 4-pionnen aanval bereikt - hij kan er zo langzamerhand
patent op aanvragen - waar al zijn stukken nauwelijks optimaler konden staan. Ook Plas had mogelijkheden om
zich gewelddadig een weg naar de zwarte koning te offeren, maar koos in plaats daarvan om kalmpjes zijn vrije
d-pion naar de overkant te loodsen. Het slot van deze 2 partijen was dus wat onspectaculairder dan waar
toeschouwers op hadden gehoopt, maar erg efficiėnt was het wel.
Joost van Ruitenburg was een paar tellen later klaar. Hij liet een aangevallen toren door Lh3 zettenlang
instaan om met een lange paardmanoeuvre Pb6-a4-b2xd1 zelf rondlummelende torens aan de tand te voelen en die
op d1 tenslotte in te rekenen. Hoewel John Cornelisse vermoedelijk had bedacht dat het paard op die verlaten
plek wel gearresteerd kon worden, was dat gezichtsbedrog. Maar daarmee was de helepuntenkoek wel gelijk op.
Fung had inmiddels een stelling bereikt, waarin zelfs de goden nog remise zouden maken
en ook Spaan gaf kort daarop een zouteloze stelling remise. Samen ook een heel koekje en dus 4-1.
Joost Ros, Harmen of Tim moesten dat
laatste halfje zien binnen te slepen. Joost Ros had 2 verbonden vrijpionnen
op de damevleugel en liet er 1 helemaal oprukken naar b2. Dat had hij willen combineren met een actie in het
centrum of misschien tegen wits koning, maar dat dekte Hein Piet van der Spek
steeds afdoende af. Daarna werd pion b2 gearresteerd en de rest van de partij moest Joost het met een pionnetje
minder doen. Dat gold ook voor Harmen, die er al eerder 1 kwijtgeraakt was.
Tim hield zijn toreneindspel wel netjes binnen de krijtlijnen, waarmee de zoveelste 4½ pt in de tas zat.
Joost en Harmen probeerden nog wel een tijdje om die tas wat voller te krijgen, maar de techniek liet Hein Piet
en Evert van Heel niet in de steek.
Op 2 april zal blijken of er tegen Spijkenisse nog wat te ontknopen valt.
(Keet)
RSR Ivoren Toren 2111 - Paul Keres 2 2068 4½ - 3½
1. FM Joost van Ruitenburg 2309 - John Cornelisse 2109 1 - 0
2. FM Oscar van Veen 2251 - Jan Jaap Janse 2187 1 - 0
3. Joost van Rosmalen 2103 - Hein Piet van der Spek 2093 0 - 1
4. Rob van der Plas 2167 - Simon Kronemeijer 2023 1 - 0
5. Harmen van de Werken 2068 - Evert van Heel 1996 0 - 1
6. Nathanael Spaan 2089 - Erik Oosterom 2095 ½ - ½
7. Michael Fung 1869 - Frank Wilschut 2029 ½ - ½
8. Tim Benning 2030 - Colijn Wakkee 2011 ½ - ½
|