Wijk aan Zee 2017 (21 februari)
Inmiddels al weer drie weken geleden en nu besef ik plots dat een prachtige traditie dreigt verloren te gaan als ik geen bericht schrijf over het TATA-chess tournament van dit jaar. Merkwaardig genoeg heeft geen enkele ander lid het aangedurfd om over het mooiste en belangrijkste Nederlandse schaaktoernooi te schrijven. Dat kan zijn omdat men uit overwegingen van misplaatste piëteit deze verantwoording met liefde naar mij toeschuift of erger nog: uit pure gemakzucht er niet meer aan terug wil denken.

Ik heb mijn boekhouding er op nageslagen: 39 jaar doe ik mee aan dit toernooi en vervul deze verslagfunctie, met genoegen trouwens want er is niets zaligers dan anderen eens een - merendeels onverdiende - veeg uit de pan te kunnen uitdelen en je voorkomt er tevens mee dat anderen jou zoiets gaan aandoen. Tja, wat dat betreft had ik trouwens wel iets van Arnold verwacht die mij tijdens het toernooi op minimaal 8 uitglijers heeft geattendeerd. Het zoek raken van roerende goederen is daarbij een van meest frequent voorkomende gewoontes die hem kennelijk prikkelen. Waarom zo laat deze verslaggeving ? Als excuus kan ik natuurlijk aanvoeren dat de schaakprestaties van onze leden dit jaar niet om over naar huis te schrijven waren, maar ik weet dat ik met dit flauwe smoesje hier niet mee weg kom. De resultaten van de Banjaertgroep: t.w. Paul Dekker (4 uit 9), Arnold Rijken (4½ uit 9) en Wijnand D. (3½ uit 8) waren namelijk niet opmerkelijk goed of slecht. Je kunt stellen dat bij deze routiniers de vonken er niet echt van af spatten, maar goed, zij waren tenminste aanwezig, waar anderen om diverse redenen verstek lieten gaan. Bovendien werd het totale RSR-beeld aanzienlijk bijgekleurd door de inbreng van Dick Straathof met zijn keurige 2e plaats in groep 4A (6½ punt uit 9). En dat nog wel terwijl hij na zijn toernooiarbeid elke dag weer naar huis ging, als een ware Schlachtenbummler. Kortom: de vertraging kan slechts geweten worden aan mijn als maar ouder wordend gestel en het daarin gevestigde verwerkingsapparaat. In tegenstelling tot Paul Dekker die blijkbaar het elixer van de eeuwige jeugd heeft ingenomen en daarmee onkwetsbaar is voor degenerende effecten.

Van het toernooi heb ik zijdelings meegekregen dat Carlsen voor het eerst sinds jaren geen kampioen is geworden, hij werd voorbijgestreefd door de Amerikaan Wesley So, zodat er in Amerika ook nog wat te lachen viel in deze voor hen wat droevige tijd. Zelf was ik hoofdzakelijk met mijn eigen groep bezig. Het was daarom heel goed dat trouwe clubgenoten, die ook dit jaar weer van de partij waren, ons op de hoogte hielden van de echt spannende partijen in de hoofdgroep. Helaas speelde onze Giri hierin een bescheiden rol terwijl wij zo langzamerhand van hem toch een Timmansiaanse prestatie verwachten.

Over de Banjaert-groep in Wijk aan Zee valt niets dan goeds te schrijven: deze keer werd zij bij tijd en wijle aangevuld met Ger Hageman uit Utrecht, die in het verleden heroïsche partijen heeft gespeeld tegen Paul Dekker en na een zeer pittige operatie thans weer 100% van de partij is waarbij hij zich vooral als klaverjasser heeft bewezen. Verder niet te vergeten Peter Goud die ooit bij ons (begin jaren 70) jeugdlid is geweest en thans nog een collega is van Arrian Rutten als arbiter bij de KNSB. Er is weer trouw gegeten onder de passende leiding van Arnold, door de wat beperkte bezetting deed zich wel een tekort aan pieperjassers voor. Misschien is daar volgend jaar een mooie rol voor Dick Straathof weggelegd als hij dat nutteloze heen en weer gereis eens achterwege kan laten.

Dit jaar was in de Banjaert een extra feestelijke stemming omdat Holger Schwarzwald inmiddels zijn 25 dienstjubileum in Wijk aan Zee had bereikt. Hij werd door ons in het zonnetje gezet waarbij voldoende drank aanwezig was om een "alle Menschen werden Brüder"-sfeer te garanderen met de Duitse vrienden van Holger. Als de almachtige dit toestaat zou ik volgend jaar het magische getal van 40 deelnames kunnen bereiken en zal een soortgelijk evenement vermoedelijk onontkoombaar zijn. Holger maakte trouwens met zijn vrienden een excursie naar de Zaanse Schans waar hij onderweg een foto van het Hollandse landschap maakte. Ik voeg hem hieronder aan het verslag toe omdat ik 'm zo mooi vind.



Tenslotte: een ontwikkeling die wij op onze vereniging meemaken is tegenwoordig ook geen bijzonderheid meer in de tienkampgroepen: aardig wat jongetjes en meisjes van lagere schoolleeftijd doen mee. Denk nog maar eens aan de aandacht trekkende ontmoeting tussen Paul en de 8 jaar oude Machteld van Foreest. Dit jaar was ik zelf de klos. In ronde 1 was de 10-jarige Igor Vanduyfhuys uit Gent mijn opponent en na een spannende partij werd ik gevloerd. Igor behaalde tenslotte de gedeelde eerste plaats. In ronde 6 kon ik echter revanche nemen op de jeugd door het verslaan van Matteo van Cleef uit dezelfde leeftijdscategorie. Deze eindigde gelijk met mij op 3½ uit 8. Opvallend dat er op scholen tegenwoordig blijkbaar niet meer zo moeilijk wordt gedaan over het afwezig zijn i.v.m. sportevenementen. Ik kijk er zelf wel positief naar: Voor die kinderen toch een geweldige ervaring en een mooie training van de grijze cellen. En dat laatste geldt voor ondergetekende bejaarde natuurlijk evenzeer! (Wijnand Dobbinga)

          
      Igor Vanduyfhuys                                                     Matteo van Cleef