Hoe verschrikkelijk was Viktor Korchnoi? (16 juni)
Bij de dood van beroemdheden en dus ook beroemde schaakspelers, lijken er bij allerlei redacties al licht zuur ruikende necrologieën op de plank klaar te liggen, waaraan dienstdoende journalisten nog hooguit de laatste ontnuchterende feiten hoeven toe te voegen. Bij de recente dood van bokser Mohammed Ali viel het al erg op. Met maar liefst 8 pagina's leek het bij sommige kranten al vroeg komkommertijd. Ik wil niet zeggen dat journalisten geen oprechte pogingen doen om eigen herinneringen toe te voegen, maar die bewaarplankjes zitten behalve in digitale archieven ook zeker in hun hoofden, zo belegen als ze zijn. Het is maar goed dat de overledenen in kwestie het zelf niet meer aan hoeven te lezen, zo'n recycling van oude meuk is het.

Voor alle schakers die niet graag verliezen en blijven vechten tot het einde voor een punt, was Viktor Korchnoi natuurlijk een held. Een enorme vechtjas achter het bord en de speler die het langst net geen wereldkampioen werd, het zijn een paar toepasselijke kwalificaties die in talloze in memoriams rondzingen, en terecht.
Of Korchnoi grossierde in pletsmoezen weten we niet, feit is dat hij zijn bijnaam de Verschrikkelijke vooral te danken had aan bijzonder nukkig gedrag en niet alleen na afloop van een verloren partij. Maar ook in het belerend toeblaffen van jongere spelers was hij goed. Als emotioneel kruitvat deed hij dat ook nog met een zekere humor, met schateruithalen waar onze Ome Dob nog een puntje aan kan zuigen.

Dit stukje gaat echter over aspecten van Korchnoi's schaakleven, waar vooral Nederlandse necrologen aandacht aan besteden. De Engelse schaakanalyzeur Daniël King bleek de heren Hans Ree en Max Pam nog te kunnen overtreffen in overdrijving van de gebeurtenissen in 1976 en daarna. Dat was het jaar waarin Korchnoi na het IBM toernooi in Amsterdam in Nederland asiel aanvroeg. Sindsdien wordt Korchnoi neergezet als de heldhaftige Sovjetoverloper, maar of de persoon in kwestie daar zelf zo gecharmeerd van was, is twijfelachtig. Daarvoor speelden teveel persoonlijke dingen mee, waar bovengenoemde necrologen discreet het zwijgen toe doen.
Vrouw en zoon bleven in '76 in Rusland achter. Korchnoi heeft zich medebeijverd voor hun uitreispapieren, maar toen het na 5 jaar zover was, viel de vliegtuiglanding een week buiten Korchnoi's toernooi-agenda, waarna zijn advocaat, met ondertekende scheidingspapieren onder de arm, hun verwelkoming op zich nam. Korchnoi liet zoon Igor veel later nog een hoofdstuk in zijn boek "Chess is my life" schrijven, maar uit alles blijkt dat hier sprake was van zeer complexe relaties.

Een tweede complicerende factor was zijn relatie met Karpov. Verschillende Russische bronnen melden dat zij in !971 nog dikke vrienden waren, maar omdat de Russische schaakbond na Fischers WK-stunt in '72 in Karpov een fraaier ogend toekomstig boegbeeld zag, verzuurde hun relatie. Voor Russische trainers was het duidelijk dat Korchnoi het van zijn enorme ausdauer moest hebben, qua schaaktalent was hij veruit de mindere van Karpov, Spasski, Petrosjan en vele anderen. "Kijk naar een willekeurige stelling op Karpovs bord en je ziet louter goed geplaatste stukken; doe hetzelfde bij Korchnoi en je vindt altijd wel minstens 1 minder gepositioneerd stuk." was een observatie van een van die trainers. Dat je daarmee toch 4 keer kampioen van de Sovjetunie kon worden, zagen zij ook. Toch werd Korchnoi verslagen in de finale van de kandidatenmatches door Karpov, waarmee de zienswijze van de trainers werd bevestigd en een levenslange schaakrivaliteit geboren.
En daar kwamen de karakterverschillen dan nog bij. Korchnoi was de (veel oudere) uitbundige excentriekeling, terwijl Karpov, zeker in het westen, als een wat suffige postzegelverzamelaar werd gezien en ook nog eens als een conservatieve verdediger van het Russische establishment.

Sinds de WK-match Fischer-Spasski in 1972 was het duidelijk dat uit dergelijke evenementen goede koude-oorlogsmunt viel te slaan. Wijnand deed er al eens een boekje over open. Toen Korchnoi in 1976 in Amsterdam bleef, zagen sommigen daarin een soortgelijke kluif. De persoonlijke en schaakdingetjes werden zoveel mogelijk buiten beeld gehouden om Korchnoi te kunnen framen als de heldhaftige overloper. Daar kwam nog bij dat in Korchnoi een belangrijke aanwinst voor het Nederlandse schaak werd gezien. Een jaar lang werd er gedroomd van een sterker Olympiadeteam en een beetje concurrentie voor Timman bij het NK was ook nooit weg. Zelfs zijn naam werd vernederlandst tot Kortsjnoj; maar ja, zo leren we hier nooit dat het Russische 'ch' uitgesproken wordt als 'tsj'. Korchnoi bleek minder gecharmeerd van deze versimpelde voorstelling van zaken en vertrok na een jaar naar West-Duitsland om in 1978 in Zwitserland uit te komen.

In de necro's van Ree, Pam en vooral King is die opgewarmde koude-oorlogstaal blijven hangen. Dat zal in deze tijd waarin de kremlinologie weer in opkomst is, wel niet helemaal toevallig zijn. Ree deed trouwens nog een hoogstpersoonlijke duit in het zakje. In 1977 was hij namelijk secondant van Korchnoi voor een kandidatenmatch tegen Petrosjan op een bergtop in Italië. Per trein daarnaar op weg, lazen ze een brief van een andere Russische emigrant, die hem waarschuwde voor een Moskou's laboratorium van waaruit Korchnoi's hersenpan bestraald kon worden. Deze onzin werd door beiden smakelijk weggelachen, al moet gezegd worden dat er in die tijd daadwerkelijk mensen waren, die echt geloofden dat zoiets mogelijk was. Technisch gezien is het nu zeker geen science fiction meer, maar dit terzijde.
Enfin, de match begon en Korchnoi won die vrij makkelijk met veel remises. Na afloop kwam Ree ter ore dat Korchnoi een zich op een nabij gelegen bergtop bevindende Italiaanse radiozender opdracht had gegeven de vermeende signalen uit Rusland op zijn beurt te verstoren. Ree stond paf en toen hij Korchnoi vroeg of hij toch in die onzin geloofde, die ze in de trein nog zo hadden weggelachen, zei Korchnoi: "Misschien werkt het ook als je er niet in gelooft!".
Een mooi verhaal op zich en vanuit Ree's perspectief zal het best kloppen. Vreemd is wel hoe een uit Rusland geëmigreerde schaker een Italiaanse radiozender opdracht kon geven om iets te verstoren wat er niet was. Was die zender mogelijk een filiaal van de in 1976 met Radio Free Europe gefuseerde zender Radio Liberty, waarmee alle Oostbloklanden in die tijd werden bestookt? Vraag je niet verder, dan is zo'n verhaal gebakken lucht, die uit Korchnoi's rijke fantasie op Ree's mouw zal zijn gespeld.

Een paar jaar later namen komisch duo Keene en Stean het koude-oorlogsstokje over als secondanten van Korchnoi in de WK-matches tegen Karpov. Lees alle Zukhars, violetkleurige yoghurtjes, baghwanyogi's en parapsychologische flauwiteiten er maar op na. Destijds was al volkomen duidelijk dat beide partijen bezig waren met showtjes voor de bühne, de Keenes & Steans en Baturinski's zorgden daar wel voor. Moet die lauwe hap nu nog eens onverteerd worden opgediend?

Vergelijk voor de aardigheid deze Nederlands/Engelse necro's eens met die uit Russische hoek.
In de eerste plaats die van Kasparov, die als Ruslandverlater toch in Korchnoi's voetsporen staat en onlangs zijn ziel verkocht aan een Amerikaanse denktank. Desondanks kwam hij met een buitengewoon verstandig, ingehouden verhaal over de schaker Korchnoi, waaruit alle persoonlijke en politieke kantjes zijn weggezeefd.
Karpov zelf lijkt de verloren vriendschap nog het meest te betreuren. Als Poetinfan vindt hij nog altijd dat Korchnoi onvoldoende heeft beseft wat hij allemaal aan Rusland te danken heeft gehad.
Maar neem vooral eens een kijkje in Jevgeni Vasiukovs verhaal over Korchnoi bij diens 80ste verjaardag. Met de commentaren daarop, tot zoon Igor aan toe. Alle mogelijke visies op Korchnoi's (schaak)leven komen daar aan bod en iedereen kan er zijn passende waarheid vinden, al is die nu ontoetsbaar geworden:
http://www.chessintranslation.com/2011/03/anti-hero-evgeny-vasiukov-on-viktor-korchnoi/
Of zoek zelf hoe verschikkelijk Korchnoi werkelijk was in 'Chess is my life'. Zo verschrikkelijk als de ReePamKings het maken, kan het niet zijn. (Keet)