Van kuuroord Cagliari naar volle bak NIVON (3 oktober)
Koud terug uit het trainingskamp van Cagliari, door 5 RSR-avonturiers, schakend boven een ruisend kabbelende branding, omgetoverd tot een waar kuuroord, met veel voetbalmassages en diverse wisselbaden in de ter plekke erg zoute Middenlandse Zee, zo zout dat Cagliari er kennelijk of vermoedelijk, dat was de vraag, groot van geworden is, bevond ik mij vrijdag 28 september, in het nu subsidieloze en met vrijwilligers draaiende NIVON met marktconforme consumptieprijzen, in het warme bad dat RSR-competitie heet. Gezellig gezeten naast Plas en Wim Koster aan de ene en Arend Bongers en nieuw lid Kees van der Knijff aan de andere kant, was het weer tijd voor een traditioneel potje frans tegen Peter Torczynski. Meestal gaat er veel tijd verloren aan het uitdenken van de oeverloze strategische concepten in dat gesloten frans, die in tijdnood vaak niet meer taktisch kunnen worden verzilverd. De laatste aflevering was nog maar van een paar maanden geleden en toen werd het plotseling remise na wederzijdse kansen. Zou het dit keer lukken om Torczynski’s franse huisje te slopen? Vanavond deed Peter de luikjes met c4 iets later dicht. In no-time stond een Fischer-Hook-achtige stelling op het bord. Alle klassieke elementjes kwamen aan bod: de loperswitch d2-c1-a3, de batterij Tf4-Df3 en de paardslalom h3-(f4-h5-f6). Na de 28e zet van wit stond het zo (zie fragment):


Wit heeft een kwaliteit er in moeten steken, maar de meeste witte stukken staan op de goede plaats; alleen het paard op h3 zou nog graag via f4 naar h5 willen. Zo op het oog voldoende compensatie voor de weinig aktieve zwarte torens, vooral die op h7. De vraag is verder wiens a-pion er het eerste aangaat. Op zich dreigt wit al met Tb5 of a6 pion a5 te veroveren en dan maar lopen. Omgekeerd is voor zwart de vraag of zijn dame het aandurft om de verdediging van zijn koning over te laten aan de torens, die in dit fragment wel heel opzichtig niet schuin konden.
Een ander plan voor wit is om met Td6 dameruil te vermijden om zo de dreiging tegen zwart’s koning in stand te houden. Lekker voor wit is ook dat het zwart veel tijd kost om zware stukken via de b-lijn naar de eerste rij te transporteren om koning d2 te bedreigen. In het oog springend voor zwart is verder dat Pg6 omgespeeld kan worden naar d7, waar het 3 witte stukken tegelijk bedreigd.

Het fragment houdt op bij de 36e zet van Wit. Nu nam Peter met nog een uur tijd(!) op de klok de toren op b6, en dus was het mat met De8. Dat was dubbel balen voor Peter natuurlijk, die geen zin meer had om dit te analyseren en snel huiswaarts toog, maar de grote vraag was of de enige redelijke zet Dg8 nog soelaas bood. Tijdens de partij had ik het bizar ogende 37.f7 in mijn hoofd, zonder overigens uit te kunnen rekenen of dat ook goed was. 37.Dh5 leek mij niet te kunnen wegens 37...Dg5+, maar ook dat is goed, want na Dxg5 hxg5 is Tb8 ook al mat!
Zaterdag zet ik de stelling na Dg8 op Rybka en die springt ook na 37. f7 op +5! Ja, een computer kan soms euforische gevoelens opwekken! Misschien had ik 37...Dxg6; 38. Tb8+ Kg7; 39.f8D mat nog wel gevonden, wat betwijfeld kan worden, verwend als ik was door de Fischerklok. Maar hoe zit het na 37...Txf7? Ook dan wint wit altijd minstens een dame (of een toren)met het heel precieze: 38.Dxh6+ Th7; 39.Df6+ Tg7; 40. De5 Df7 (Kh7;40.Dh5mat); 41.Dh2+! Th7; 42. Db8+! Dg8; 43. De5+ Tg7; 44.Tb8 enz., een schitterende zettenreeks, maar dat had ik met die paar minuutjes op de klok natuurlijk nooit gevonden, een heel schrale troost voor Peter!

Ook verder was het volle bak in het NIVON. Een afsplitsing van de koerdische gemeenschap had de psychedelische muziekdraaiers naar hoger sferen verbannen. Voor de balans werd daarnaast ook ons vijfde gefianchettood, dus dat heeft niet geholpen. Zo rond 22.00 uur was er op elk bord wel iets mis met de materiaalverhouding, in de meeste gevallen in de vorm van een heel stuk. De Schiedammers wonnen dan ook met 2-6, maar gelukkig redden Emilian en Mischa de eer.
In de grote zaal barste de competitie in volle hevigheid los. Een van de eerste slachtoffers was notabene clubkampioen Oscar, die door een vingerfoutje Harmen moest laten voorgaan. In de klassieker tegen Plas deed Wim met pionnenwalsje d5, e6 > e7 een winstpoging, maar Plas wist de stand nog net gelijk te trekken. Arend Bongers werd geplet door nieuwkomer Kees van der Knijff, met een matje midden op het bord. Ook de kraker tussen Alek en Wil stond op het menu, maar geen van beide wilde verliezen, dus remise. En zo kunnen we nog wel even doorgaan, maar je kan niet van elke clubavond een hele Schakelaar willen maken, dan zouden we dat net zo goed kunnen doen... (Keet)