Schaakderby in schemer van apocalyps

door Koots Keet, 6 oktober 2021


Vanwege de grootste medische fraude aller tijden kon het niet uitblijven dat ook de RSB anderhalf jaar lang die kat uit de boom keek. Het was een tijd waarin bepaald werd dat werkende mondkapjes niet mochten en niet-werkende wél, dat onzichtbare virussen niet verder dan 1,5 m konden springen en waar men momenteel in de horeca alleen mensen mag bedienen die vóór sluiting van de horeca pleitten en de anderen juist niet.

De vraag was wat de weerslag van zoveel poppenkast op schaakhoofden is geweest. Mij viel althans op dat de gemiddelde rating van RSB-spelers een dalende tendens vertoont. Veel mogelijkheden voor wedstrijden waar rating meetelt, waren er immers niet. Hoe kan dat?

Een reden zou kunnen zijn dat we bedolven zijn met reeksen onvergelijkbare cijfers en statistieken over van alles en nog wat, werkelijk elke redenering over virus/vaccin/maatregelen is in afgelopen tijd volledig omgedraaid onder het mom van door influencers verkochte wetenschap. Nog altijd is niet duidelijk of geprikten bang moeten zijn voor vaccin of ongeprikten bang voor virus, terwijl het ook best mogelijk blijft dat virussen zijn verzonnen of bedacht en vaccins een dubieus placebo en dat de enige overgebleven maatregel, de QR-code, de opmaat is voor biometrie-, sociaal krediet- en/of CO2-passen. Die ontknoping zal niet ver weg zijn, maar de RSB besloot daar niet langer op te wachten en terecht.

Duidelijk is wel dat menigeen is murwgebeukt of domweg geen zin meer heeft om iets op waarheid te onderzoeken. En tja, die houding kun je je in een schaakpotje niet permitteren, want daar geldt maar 1 uitkomst en 1 waarheid. Mat geven en tegelijk mat gaan, blijft in ons spel onmogelijk.

Dus was het aardig om te zien wat er op 1 oktober in de traditionele stadsderby tegen Erasmus 1 van gebakken zou worden. De laatste derby was al weer van bijna 2 jaar geleden. Omdat er in de grote zaal te weinig tafels stonden en bepaald is dat virussen bij nader inzien toch geen vlooien zijn, zette ik samen met Bahman tafels en borden neer in het kleine zaaltje boven de voordeur. Of dat uit nostalgie naar 1,5 m of angst voor spikestormen was, weet ik niet, maar Andrzej Pietrow vond het maar niks. En gelijk had hij, want we zouden in dat benauwde zaaltje aan het eind van de avond ongetwijfeld in een enorme CO2-wolk zijn terechtgekomen, die zomaar spontaan de aarde had kunnen opwarmen. Ja, ja, het kleinste verband kan tegenwoordig zomaar wereldschokkende gevolgen hebben. Gelukkig was er nog zo'n klein zaaltje vlakbij waar wel een raam wijdopen kon en zo verplaatsten de eerste 4 borden daarheen. Twee nadelen: het overzicht van de hele wedstrijd was zoek en zaaltje 2 kon slechts verlicht worden met 2 schemerlampjes op een laag pitje. Sowieso is licht in de Banier een onderschoven kindje, want in elk toilet werken ze niet. Beter lijkt om een volgende keer toch maar de grote zaal te kiezen en een paar interne wedstrijden naar die kleine zaaltjes te verplaatsen.

Geen enkele speler maakte verder bezwaar tegen schaken in dit romantisch schemerduister, al zou Fischer zich omgedraaid hebben in zijn graf. Na zo lang schaakloos kun je geen kniesoor meer zijn. Op het bord van Mark, die met wit tegen Pietrow speelde, scheen nog het meeste licht en was daarom het best te volgen. Wat heet, Mark was uitstekend voorbereid en speelde een vrijwel foutloze partij en was als eerste klaar. Hij offerde in de opening een pion, die Pietrow wel moest aannemen voor enige compensatie voor zijn ontwikkelingsachterstand. In de hele partij deed Pietrow 9 damezetten en daarom bleven Pg8 en Th8 de hele partij op hun plaats. Twee keer balandde die dame op veld e7, precies het veld waar Pg8 heen moest om de open e-lijn af te schermen. Met Lc5 dunde Mark het aantal stukken voor zwarts koning nog verder uit en na lange rokade stond de uitslag wel vast. Mark deed het superefficient met de nauwkeurigste zetten en na 23 zetjes was het al ondekbaar mat in 2.


Die voorsprong werd later weggegeven door nederlagen van Arjen en Paul. Invaller Arjen speelde tegen 'verrader' Alek Dabrowski en leek met een loper als veredelde pion te worden opgescheept. Als vanouds offerde Alek een stuk, die hij later inwisselde voor een kwal minder. Objectief was het gewonnen voor Arjen, maar helaas kostte de ongelijke materiaalstelling Arjen teveel tijd. Bovendien stond Arjens koning niet erg safe en Alek wist met lange, onverwachte zetten al of niet fake dreiginkjes te creëren, die Arjens seconden wegvraten. In de slostelling was het mat of dameverlies.

Paul Batenburg zat het niet mee. Een openingsfout leverde hem een lastige stelling op. Juist toen hij dat gerepareerd had en een eindspel inging, blunderde hij een toren. Een blunder te veel dus; misschien heeft Paul toch een boost nodig, maar schemerschaak was niks voor hem.

Ondertussen bereikte David niet veel in zijn gevreesde Lf4-opening tegen Rensen. Na dameruil volgde gehol op beide vleugels. Net toen het spannend werd, bood David remise aan nadat hij een paard offerde. Had hij dat niet gedaan, zou het zeker door de Koots verboden zijn, gezien de matchstand.

Spaan stond niet geweldig tegen Frank van Zutphen, maar in keepstand is hij vaak op zijn best en dus remise. Fung had zich goed voorbereid tegen Olivier Vrolijk, die voor zover mij bekend nooit het etiket verrader kreeg, maar na de opening kreeg Olivier toch een goede kans. Nu kon Fung afwikkelen naar L tegen P eindspel en in die paardpartij was Fung juist heel geoefend.

Op bord 5 speelde Cander Flanders de 4 pionnenaanval in het Konings-Indisch tegen Bas, normaal gesproken een garantie voor geen remise. Helaas ging er nergens echt een lont in het kruitvat en bleef het balanceren tot het eind.


Op de donkerste plek in het tweede zaaltje speelden Olivier Vrolijk en Fung ook nog eens met bruine en gele stukken op dito bord. Als je al kans zag om bij dat bord te komen, was het bijzonder lastig om wit van zwart te onderscheiden, maar beiden leek het niet te deren. Fung begint plezier te krijgen in eindspelletjes met paard. Oliviers loper had niets om aan te vallen en ja, dan kan Fungs paard een beest worden.

En dus mocht de koots zelf bepalen welke kant de wedstrijd deze keer opviel. Eerlijk gezegd was mijn partij tegen Marcel Tillemans er een van meer meer geluk dan wijsheid. Ik besloot tot zetten waarvan ik tijdens de uitvoering al dacht dat de comp er vast gehakt van zou maken, Dd2 voor Lc1 bv. Later kreeg ik de boel wat beter op orde na gemiste mogelijkheden van zwart, maar daarna had ik toch nauwelijks in de gaten dat mijn stelling best goed was. In tijdnood besloot ik maar va banque te gaan, door met een b-pionnetje naar de overkant te wandelen ten koste van een stuk. En verdomd, er dreigde ook nog mat op onderste rij en met erg weinig seconden op de klok gaf Marcel op.

En zo wonnen we voor de zoveelste keer met 4½-3½ tegen Erasmus. Ooit zal het wel eens anders zijn geweest, maar ik herinner het me niet. Konden we er maar een abonnement op nemen, al is het flauw om te beweren dat het geen toeval was. Als de rekeningen van de laatste jaren op onze mat gaan vallen, geeft zo'n opsteker toch enige verlichting. En ach, als iedereen minder speelt en ratingpunten inlevert, maakt het verder ook geen verschil.

 RSR Ivoren Toren 11896-Erasmus 119324½ - 3½
1.Nathanael Spaan2089-Frank van Zutphen1923½ - ½
2.Paul Batenburg2030-Henk Ochtman20070 - 1
3.Michael Fung1936-Olivier Vrolijk20111 - 0
4.Mark Beijen1923-Andrzej Pietrow20321 - 0
5.Bas Muntslag1799-Cander Flanders1843½ - ½
6.David van Heusden1639-Martin Rensen1865½ - ½
7.Arjen Klop-Alek Dabrowski19210 - 1
8.Herman Keetbaas1857-Marcel Tillemans18511 - 0