Keten op Moer

door Koots Keet, 1 april 2019


Vrijdag 29 maart bracht de Trompslee een deel van team 1 ons langs bosreale wegen richting de kapel op Moer. Vervelend is zo'n ritje nooit. Maarten had al geprobeerd om het ongemak van zijn handblessure te compenseren met een broodje smerige pindasaus en in de auto gingen de gesprekken tussen Tromp en Maarten ononderbroken door over bv het gemak waarmee je skiën leert - gewoon, naar benee. Zo blijf je bij de tijd en is het rijleed zo geleden.

Ondanks verwoede pogingen van onze chauffeur om in de voetsporen van vanderLees dwaalwegen te geraken, behoren zulke avonturen in tomtomtijd en met de voortijdige mobiele aanwijzingen van eenarmige Maarten definitief tot het verleden, de vele eurotondes onderweg ten spijt. Daar de al van verre zichtbare Moerse kapel veel te groot zou zijn voor de nu 20 leden tellende Moerkapelse schaakvereniging, parkeerde Tromp zijn slee in een belendende woonwijk bij het opgegeven adres. Het duurde even voordat wij de oprijlaan langs een woonhuis vonden waarachter een houten keet met de exotische naam Tropica schuilging.

Er hing een adembenemende stank van opgestookte houtsnippers, maar toch was de keet voorzien van een uiterst duurzame HR-ketel op gas. Ja, ja, in deze nieuwe tijden van don't mention the war moet je op de kleinste details letten. Best een knusse keet, efficient ingericht met forse tafels en toch ruimer dan bv het Schaakhuis in Den Haag. Ruim genoeg in elk geval voor deze laatste wedstrijd in de hoofdklasse RSB en nog 5 interne partijen. Door alle dunne wandjes en vloeren wel erg gehorig, zodat volop van alle geklater, scheten en overige opborrelende spraak (..'eerst altijd VVD, maar kon dat nu niet meer over mijn hart verkrijgen'...uit mond van een Moerkapellenaar) meegenoten kon worden.

Omdat er niets meer op het spel stond, werd het een open wedstrijd met spannende partijen. Moerkapelle was al ronden voor het einde gedegradeerd en wij stonden vast op plek 6, ruim voor de 4 degraderende teams.

Maarten, die nog flink last had van zijn onlangs geopereerde pols, haalde wel vrij vroeg zijn halfje binnen. Op Fungs bord daarentegen stond de boel al gauw in brand door een kwaliteitsoffer van Fung in een soort Draak. Het kostte Hugo van Elteren een uur meer om te bewijzen dat zijn T+L sterker was dan Fungs loperpaar, voor Fung was het allemaal theorie. Met minder dan 1 minuut voor Hugo en ook nog 2 pionnen minder, kon deze niet anders dan een paar keer remise aanbieden. Omdat het inderdaad een langdurige affaire zou worden om die pionnen naar voren te schuiven, nam Fung die genadige remise maar aan.

Mark en Wil gingen er ondertussen doorheen als koek en wonnen beiden een pion. Heel eventjes maar haperden hun motoren, maar daarna haalden ze vrij moeiteloos hun vis op het droge. Helaas verloor Dick een stuk. Een verre vrijpion en wat dameschaakjes om Maarten Vroegindeweijs koning het vrije veld in te jagen, konden dat niet verhinderen (2-3 voorsprong).

Paul Tromp en Jesse van Elteren speelden een hele principiele partij, die spannend bleef tot het eind. Beiden hadden een koningsaanval op het oog. Een instaand paard van Paul op d4 sprong naar f5, die niet genomen zou kunnen worden door pion g6. Dat gebeurde pas later, maar toen waren Jesses kansen al verdampt. Die stond zeker ergens gewonnen, maar als zo vaak ging het punt nu naar Paul Tromp en werd daarmee teamtopscorer.

Zelf speelde ik een Larsen Carokann tegen Wouter Vroegindeweij met tegengestelde rokades. Altijd dubieus voor zwart, maar wit moet dan wel steeds de juiste strategische keuzes weten te maken. Om zand in wits pionnenwals te strooien, probeerde ik een loper of een paard op c4 te pluggen. Wit pareerde dit door zijn beste aanvalsloper op te geven. Na nog wat weifelende toren- en damezetjes kreeg ik ineens de overhand aan de andere kant van het bord. Helaas zat een beslissende klap er niet echt in, maar in de omschakeling naar een eindspel en van groots naar klein denken, miste ik het simpele a6. Met een dwarrelpaard van e1 naar e7 strafte Wouter dit mooi af.

Terwijl we in de naastgelegen analysekeet nog wat nakaarten, brachtten achtereenvolgens 3 RSR-ers het nieuws dat Paul B. de laatst bezigzijnde partij had verloren, remise gespeeld en gewonnen. Paul zelf meldde achteraf dat hij in een originele carokann met exf6 de hele partij op winst speelde met loperpaar en damepionnenmeerderheid. In de eindfase miste Gerard van Ommeren 1 remisemogelijkheid en Paul een hele eenvoudige winst. Maar daarna liet alleen de uitslag nog iets langer op zich wachten.

Met 3-5 winst terug naar huis sloten we de Hoofdklasse af met best wel een tevredenstemmend resultaat. Iets doortastender optredens ten Krimp en Spijk zou ons zelfs langszij Dordt hebben gebracht. Maar as is verbrande turf.

   Moerkapelle 1           1879 - RSR Ivoren Toren 1      1901 3  - 5
1. Gerard van Ommeren      2024 - Paul Batenburg          1974 0  - 1
2. Hugo van Elteren        1948 - Michael Fung            1941 ½  - ½
3. Jesse van Elteren       1941 - Paul Tromp              1999 0  - 1
4. Wouter Vroegindeweij    1884 - Herman Keetbaas         1880 1  - 0
5. Arno Luinenburg         1848 - Mark Beijen             1843 0  - 1
6. Maarten Vroegindeweij   1891 - Dick Straathof          1911 1  - 0
7. Marcel de Haan          1777 - Wil Sparreboom          1856 0  - 1
8. Ron Droog               1717 - Maarten van Doorn       1805 ½  - ½