Over remise gesproken door TL Djees, 26 november 2023 “Nu moet je dus winnen,” fluisterde ik tegen Bent, nadat Leonardo de voorlaatste partij had opgegeven. Prompt offerde (of blunderde?) hij een stuk en probeerde water uit een steen te persen. Het eindspelletje leek me daarna verloren, maar hij kreeg gelukkig nog een genadehalfje van Arnout van Kempen. Maar daardoor ging de topper van KNSB-team 2 tegen Overschie 1 wel nipt verloren: 3½-4½ voor onze sympathieke buren uit noord-west. Het kampioenschap in 4F lijkt nu ineens ver weg, maar je weet nooit hoe gek het nog kan lopen. Overschie kwam niet met het basisteam op, als gevolg van een lokale epidemie van een welbekend virus. Maar heel veel verzwakking betekende dat niet. Leonardo had ook ergens een stuk geofferd (of geblunderd?), maar zijn tegenstander Rob Hopman-Been kende minder mededogen en schoof het rustig naar winst. Ik speelde zelf eindelijk weer eens een goede pot en boekte een mooie overwinning op Han Smit. Maar het is te vroeg om te juichen en ik blijf voorlopig in een soort halve sabbatical-modus spelen (alleen KNSB). Na de marathon kijk ik weer verder. Deze stelling is best deprimerend voor zwart. Ik speelde hier b2-b4 om hem verder in te perken (veld c5) en dat was nog heel sterk ook. Niet veel later was het 1-0. Paul T. mocht aan het hoogste bord plaatsnemen en trof daar verrassend Maurits de Jong. Paul: “Mijn telefoon zei -11, dus dat is wel redelijk uit.” Maar uit ging het niet en Paul liet zijn tegenstander ontsnappen met een blauw oog en een half punt. Dat gold ook voor Sander. Hij accepteerde ten onrechte remise in een eindspel met dubbele torens, waarin hij een pion meer had. Inderdaad kon zijn tegenstander Marcel Terluin torens verdubbelen op de zevende (tweede) rij, maar volgens de computer bood dat geen soelaas. Maar als je het niet ziet, zie je het niet. En de TL doet ook niet aan remise-instructies, dus dan krijg je dat. Wit heeft nu 36.Te1–e6+ Kf6–f5 37.Te6–e5+ Kf5–f6 38.Te7–e6+ Kf6–f7 39.Te6–b6 en staat dan veel beter. De zwarte koning is in groter gevaar dan de witte. Edwin kon het op bord 2 niet bolwerken tegen Robert Straver, de beste speler van Overschie. We hadden daar eigenlijk Erik Brandenburg verwacht, maar hij was dus een van de zieken. Wijnand stond heel goed in het middenspel. Hij had in de opening een pionnetje gepakt en was niet van plan om dat terug te geven. Henri Krop gooide toen maar zijn hele hebben en houwen naar voren en werd daarvoor nog beloond ook. Twee diagrammen met whatsapp-commentaar, let op het eerste is vanuit zwart perspectief, het tweede vreemd genoeg niet. En dan nog Mark. Het begon ermee dat hij te laat was, dat voerde de druk al aardig op. Daardoor kwam hij later ook nog eens behoorlijk in tijdnood. Looijmans drukte meerdere malen de verkeerde klok in (die van bord 4), wat nog bijdroeg aan de algehele consternatie. Waarschijnlijk had dat te maken met de zeer krappe opstelling van de borden (2 per tafeltje), die de bewegingsvrijheid danig beperkte. Even later wist Mark een dodelijke counter te plaatsen en mocht hij eindelijk weer eens jubelen. Na ...Dc1+ was er van de witte aanval niets meer over. Nog even hoe Mark het zelf beleefde: “Ik begon met een vertraging van een half uur, maar de eerste zetten waren gelukkig simpel. Het middenspel was wat ingewikkelder en het was heel erg zoeken. Ik kon het centrum opengooien en mijn tegenstander deed toen een kwaliteitsoffer voor een pion. Zijn aanvallende spel was goed te verdedigen. De laatste 10 zetten had ik steeds 1 minuut of minder op de klok, dus het moest ook een beetje meezitten. Uiteindelijk kon ik terugvechten en de partij naar me toetrekken.” Wat rest is het zure gevoel dat we deze niet hadden hoeven verliezen. Maar we doen er niks meer aan. Nu maar hopen op een misstap van Overschie in de tweede helft van het seizoen.
|