Wouter speelt in de CL (8) door Wouter, 15 april 2024 Over mijn partij van afgelopen vrijdag tegen Herman Keetbaas is niet veel te vertellen. Herman, duidelijk niet fit, maakte op de twaalfde zet een fout waarna hij opgaf. Wouter Scheffer (1807) - Herman Keetbaas (1895), na 12. e5. Wit staat een pion achter. De opzet met een zwart paard op a5 was mij onbekend (surprise!). Wit zou compensatie moeten hebben vanwege zijn ontwikkelingsvoorsprong. Maar ik speelde met het overbodige h3 niet scherp genoeg. Speelt zwart in de gegeven stelling het paard naar d5, dan heeft wit er een harde dobber aan om gelijk te komen. Herman speelde 12. ...Lxc3, waarschijnlijk in de veronderstelling dat ik de loper zou terugslaan. Maar ik speelde 13. exf6. Zwart moet nu deze pion terugslaan op straffe van een inval met de dame op h7. En dus was er plots stukwinst voor wit. Zo verdubbelde ik mijn puntenaantal, wederom met geluk en niet vanwege fantastisch spel, van 1 naar 2. Met 2 uit 10 gaat de vlag nog niet uit, maar ik heb het idee dat ik me nog steeds op de club kan vertonen. Scherzo. Interessanter is het levensverhaal van meesterschaker Ossip Bernstein (1882-1962), waar ik onlangs op stuitte. Geboren in Oekraine en van zeer goede komaf, werd hij in 1918 in Odessa door de geheime politie gearresteerd. Hij werd verdacht van antirevolutionaire sympathieën (de Bolsjewieken hadden het ook daar al voor het zeggen blijkbaar) en veroordeeld tot het vuurpeloton. De dienstdoende pelotoncommandant, schaakliefhebber, die op het punt stond om opdracht te geven om aan te leggen, herkende zijn naam op de lijst van de ter dood veroordeelden. De commandant gaf Bernstein de kans om tegen hem te schaken. Als Bernstein zou verliezen, zou hij alsnog sterven. Want dan zou hij blijkbaar die grote beroemde schaker niet zijn. Zou hij winnen, dan werd zijn leven gespaard. Daar kan Ingmar Bergman nog een puntje aan zuigen, aan zo'n script. Hoe dan ook, we hoeven ons gelukkig niet af te vragen of hij door de zenuwen een stuk weggaf of zoiets, want Bernstein won de partij en was een vrij man. Later speelde hij tegen alle grote schakers uit die tijd. En in 1950 werd hem de titel Internationaal Grootmeester toegekend. Sommige schakers blijven geestelijk gezond zolang ze schaken, anderen hebben er hun leven aan te danken. |