Wouter speelt in de CL (7)

door Wouter, 31 maart 2024


Er zijn veel aforismen over lot en noodlot. Neem deze van Schopenhauer: “Het lot schudt de kaarten en wij spelen”. Desondanks zijn er goede en slechte kaartspelers, Arthur. Of neem Voltaire: “Er is geen toeval. We hebben zo de uitwerking genoemd die we zien van een oorzaak die we niet zien”. Mja, denk ik dan, dat is alleen waar in een (niet bestaand) volledig deterministisch heelal. En luister naar Vergilius: “Het noodlot is sterker dan de wijsheid”. Deze heeft op het eerste gezicht enige eeuwigheidswaarde. Maar ja, het noodlot zal de mensheid sowieso overleven, lijkt mij zo. Die vind ik dus ook te makkelijk. “Als het de mens tegenzit, dan had hij pech, en was hij succesvol, dan was dat alleen aan hem te danken.” Die herkennen we, he? Iedereen mee eens zeker? Maar we weten dat het niet waar is.

Afgelopen vrijdag pakte ik een punt tegen de clubkampioen van 2021, Paul Batenburg. Ik had geluk, erg veel geluk. Dat bracht mij op het idee van mijn eigen aforisme: “Als er maar tijd genoeg beschikbaar is, dan zal de grootste onwaarschijnlijkheid zich met 100% zekerheid voordoen.”

Als ik de partij laat zien, dan wordt duidelijk wat ik bedoel. In een Hollandse partij deed ik al bij zet 13 een onnauwkeurige zet:


Wouter Scheffer (1807) - Paul Batenburg (2022), na 13. Td1.

Wat denkt die toren op die d-lijn te gaan doen dan? Met de b-pion lopen was logischer geweest. Ik zat te loeren op trucjes met Pxe5. Maar dat sloeg werkelijk nergens op. En Paul voelt zich als een vis in het water met al die Hollandse motieven in de stelling. Alleen het paard op a6 doet voorlopig niet mee. Ik had beter beducht kunnen zijn voor de komende druk op de f-lijn. Even later stond het namelijk zo:


Stelling na 17. ...fxg3.

Hoe terug te slaan? Had ik niet geleerd dat je altijd naar het centrum moet terugslaan? Nou dan! Niet dus.


Stelling na 19. Ph4.

Dat zwart zo met de dame op f2 met schaak kan binnenvallen, dat kan niet goed zijn voor wit. Of zou die dame opgesloten kunnen raken?


Stelling na 21. Tb2.

De zwarte dame kan naar e1 en zou daar veilig zijn. Op d4 staat ze beter. Ik had gezien dat 22. De3 dan de beste witte zet zou zijn, maar zwart zou voordeel hebben en, waarschijnlijk, behouden. Paul dacht hier lang na en verraste me volkomen met 21. ...Lxh4. Er zwermen best wat zwarte stukken rond mijn koning, maar het leek me sterk dat ik mat zou gaan. Ik sloeg de dame en tien zetten later had ik de partij gewonnen.

Dus, na de nodige nullen lachte het geluk me een keer toe.

Wat het zegt?

Totaal niks. Of dit: “Elk aforisme houdt het bewijs in van zijn eigen onjuistheid”.