Het eeuwfeest door de ogen van ... Wijnand Dobbinga

door Wijnand Dobbinga, 21 oktober 2019


Ik had eigenlijk verwacht dat de site zou zijn overstroomd met bijdrages over ons jubileumfeest. Maar, mogelijk te wijten aan mijn afnemend gezichtsvermogen, ik heb die overstroming geenszins kunnen waarnemen. Toch was (en is) er alle reden om te reageren.

1) 100 jaar bestaan is nu eenmaal minder vanzelfsprekend dan sommigen wellicht denken.
Als je het jubileumboek doorbladert kom je toch voldoende aanleidingen tegen, die voldoende garanties boden om de vereniging op beschaafde wijze te cremeren. De strijd om de vereniging te behouden voor katholieken onder elkaar is er zo eentje. De Tweede Wereldoorlog had evengoed het einde kunnen zijn.
De verhuizing naar de Middellandstraat en de mislukte fusiepoging van voorzitter Beerling niet te vergeten. Dit alles vond plaats in het grijze verleden en daarom durf ik daar nu gewag van te maken. Ook nadien is er natuurlijk van alles gebeurd dat soms tot droefheid stemt. Maar al met al bleken onze leden toch standvastiger dan die van de gemiddelde schaakvereniging zodat de 100 probleemloos kon worden bereikt.

2) De organisatoren van de feestdag verdienen toch veel hulde voor het feit dat zij hun plannen tot aan het glorieuze einde hebben weten door te zetten, o.a. met het tot stand brengen van het fraai uitgevoerde jubileumboek maar zeker ook bij de keuze van de lokatie van het Brienenoordeiland dat ik zelf - niet gehinderd door kennis van zaken - een grote gok vond. Gelukkig heb ik daarbij de plank flink mis geslagen.

3) De grote hoeveelheid leden, oud-leden en diverse aanhang die zijn opgekomen.
Zelf heb ik daardoor een uitermate gezellig dagje beleefd en dat maakte me weer blij om lid te zijn van de RSR Ivoren Toren-schaakfamilie!


Dat gevoel vertolkt zich zichtbaar bij deze op het feest genomen foto, die mij aan mijn eerste decennium bij deze club herinnert (1972-1982). Naast mijn persoontje zien we Ed van Doorn, Rob van der Lee en Frits Brouwer. Met Ed en Frits noem ik de twee mannen die - in een fase dat het behoorlijk slecht ging met de club - hun handen uit de mouwen staken om de jeugdafdeling begin jaren '80 op poten te krijgen, wat later de basis vormde voor de roemruchte 90-er jaren van de club!
En dat terwijl Ed mij als zijn oprechte mening over die schattige knulletjes ten beste gaf: "Bloedzuigers en ettertjes!" Tja, die jeugdgeneratie van nu lijkt toch wat braver maar kan evengoed straks de redder van de club worden in de jaren '20 van de 21ste eeuw. Ik hoop daar nog iets van mee te krijgen vanuit het ellendig verre België.